België in Boedapest – Schaakolympiades – Ronde 6

Philippe Vukojevic     17.09.2024

Net zoals onze Olympische teams niet naar Boedapest reisden om de stad te bezoeken, was de jonge Maroczy (ja, die van de Maroczy-binding) niet naar Boedapest gekomen om de nieuwe gebouwen te bekijken. Hij was vooral geïntrigeerd door de al lange traditie van het Hongaarse schaken. Toen de eerste etappe van Maroczy’s carrière ten einde was, was Boedapest een miljoenenstad geworden en had het niet de wil om na Wenen de tweede hoofdstad van de monarchie te worden. Het internationale schaaktoernooi van 1896 was een van de bewijzen van de pogingen om Wenen te evenaren: de hele wereldtop was uitgenodigd in Boedapest. Toch ontbrak Isidor Gunsberg (1854-1930), een in Pest geboren topper die kort daarvoor een duel om de wereldtitel tegen Steinitz had verloren. Hij was de eerste Hongaar die om de wereldtitel speelde, hoewel hij al lang in Engeland woonde.

Gunsberg

Het schaken in de cafés van Boedapest beleefde daar zijn hoogtijdagen (bijvoorbeeld in het New York Café, waar zelfs vandaag de dag nog mensen in de rij staan om binnen te komen, maar dat helemaal niet meer gebeurt om een partijtje te schaken). Tot 1945 groeide het aantal leden van schaakclubs die aan deze cafés verbonden waren en de anekdotes die meesters en kiebitzers daar hebben achtergelaten zijn talrijk.

In het interbellum moet Hongarije echter een van de ongelukkigste plekken ter wereld zijn geweest. Na de Eerste Wereldoorlog was immers tweederde van het land verloren gegaan en was een groot deel van de bevolking plotseling burger van een ander land geworden. Het collectieve lijden was het grootst in Boedapest. Zelfs in het buitenland refereerde Marcozy vaak aan de wonden die Hongarije in en na de Eerste Wereldoorlog had opgelopen. Het begon al in december 1918. Maroczy’s vriend, Carl Schlechter, stierf in Boedapest en werd daar begraven. De Oostenrijkse meester was volledig ondervoed door de gruwel van de oorlog naar Boedapest gekomen, in de hoop langer te kunnen blijven en beter verzorgd te worden.

Maroczy

Ondanks de ellende bleef Boedapest een belangrijke schaakstad en jonge en minder jonge spelers kwamen er met plezier spelen. Dat gold ook voor Tituzs Otto Blathy (1860 – 1939), een ingenieur in de hoofdstedelijke Ganz-fabriek en uitvinder en medeontwikkelaar van de transformator, en erelid van de Hongaarse Academie van Wetenschappen. Hij was een uitstekende probleemcomponist, die later de Sloveense grootmeester Dr. Milan Vidmar in dienst zou nemen als zijn secretaris. Maar we kunnen ook Gyula Breyer (1893-1921) noemen, die niet zo lang na Schlechter stierf, maar lang genoeg leefde om niet alleen toernooien te winnen, maar ons ook een beroemde variatie in de Ruy Lopez-Opening te geven. Hij bracht ons ook het wereldrecord simultaan blind schaken op 25 borden, en hij drukte zijn stempel als taalkundige: hij slaagde erin het langste palindroom te vinden, bestaande uit 185 woorden.

Zo’n 100 jaar later zakten overigens ook een aantal jonge Belgen af naar Boedapest om te schaken, en op 16 september 2024 speelden ze hun zesde ronde in de Olympiade. Met Ecuador hadden de jongens een gemakkelijke tegenstander… op papier. Ze kozen hun wapens: een knots, zwaarden en naalden. Daniel hanteerde de strijdknots en de bedoeling was om de tegenstander snel onschadelijk te maken met een paar welgemikte slagen. Maar de tegenstander was taai en de klappen met de foelie hadden splinters veroorzaakt die alle kanten opvlogen. Had Daniël nog genoeg hout in zijn handen om de koning die over het halve bord vluchtte te bedwingen. Ja.1-0 en zo konden de andere Belgen weer remise houden, ondanks hun Elo-overwicht. Gezien het feit dat zowel Sim als Mher zwaarden als wapens hadden genomen, was dat geen geringe prestatie. Met open vizier gingen ze elkaar te lijf en hoewel Sim zijn tegenstander al flinke klappen had uitgedeeld, bleef de Ecuadoriaan doorvechten en slaagde Sim er niet in de doodsteek uit te delen. Uiteindelijk was hij het die opnieuw moest vechten om in leven te blijven. Met succes.

Met Mher ging het een beetje hetzelfde, maar ook hij zou uiteindelijk in leven blijven.

In het geval van Thibaut werden er naalden gebruikt. Je kent het wel: tegenstanders geven elkaar speldenprikken en als je dat maar succesvol genoeg doet, kan de tegenstander, volledig verzwakt, doodbloeden. Nu zijn die speldenprikken vaak onvoldoende om het verschil te maken. De keuze van Thibaut was begrijpelijk na zijn desastreuze start, maar ook nu verliep het begin niet erg fantastisch en een eerste serieuze stoot kwam al hard aan: pionverlies. Later volgde een tweede pion en in een riddereindspel met twee pionnen minder wil je niet eindigen. Thibaut ook niet, maar het was onvermijdelijk. Zowel het paard als Thibaut konden de zwarte koning niet redden en zo eindigde de wedstrijd in een teleurstellende 2-2.

De dames waren in Sector 2 beland en hadden Canada verslagen, dat alleen meisjes tussen 2119 en 2318 op het vliegtuig naar Boedapest had gezet. Wat kon België, zonder Hanne, doen, vroeg de kapitein zich af? Maar al snel werd hij gerustgesteld. Sarah had gekozen voor een zetherhaling en de eerste helft was binnen. Ondertussen was het duidelijk dat de Canadezen een masterclass lopereindspel hadden gevolgd: zowel Daria als Diana stonden voor een eindspel met gelijke lopers. Pionstructuur, loperactiviteit en koningsactiviteit zouden het verschil maken en ik was er niet echt gerust op.

Vooral Diana’s positie was niet echt hoopgevend op de eerste twee punten, maar ze hield stand. Of beter gezegd, haar tegenstander vond niet meteen hoe ze haar koning in Diana’s stelling kon laten doordringen. Toen ze daar eindelijk in slaagde, was het ‘des Guten zuviel’ en had Canada haar eerste punt.

Op bord twee had Tyani gekozen voor de Lasker-stijl ‘ik verleid mijn tegenstander tot dingen waar ze later spijt van krijgt’. Deze keer had ze met haar bekende verlegen engelenlach Belgische pralines in het woud van stukken gegooid. Een praline op a3 en een op c6. Ze zagen er heerlijk uit en als Canadese wil je natuurlijk proeven. Dus stuurde ze haar witte toren naar b6 om de lekkernij eruit te vissen. Het moment voor Tyani om de centrumdeur open te gooien, wat stukken te ruilen en uiteindelijk met Bd4+ de toren zelf voor een stuk te consumeren. De rest was techniek en dat heeft Tyani zeker. Veel later, toen ze met dezelfde verlegen glimlach een dubbele aanval met haar koning lanceerde, gaf de Canadese op. 1,5-1,5.

Met Daria zat ik goed. Ook daar was een eindspel met gelijke lopers. De zwarte loper en koning leken iets actiever, maar de pionnenstructuur leek iets beter voor Daria. Alles leek onder controle, maar dat zou veranderen toen Daria de pionnenstructuur op de damevleugel net iets te vroeg op de stelling wilde laten wegen (lees een vrijpion creëren). Toen volgde een masterclass van de Canadese. Mijn gedachten jojoden. OK, goede zet van Daria, want als dat gebeurt blijft het remise. Oh nee, goede zet van de Canadese, want nu is Daria verloren. Ah, goed gespeeld, Daria, want dan heb je sowieso remise. Oh nee, goed antwoord van de Canadees… en toen kwam er geen vervolg op mijn gedachtegang. Een zwaarbevochten nederlaag, maar oh, zo dicht bij remise.

De meiden verdienen echt onze bewondering. Daria blijft ondanks die nederlaag overeind met een TPR van 2191 en Tyani haalt zelfs 2308. Heerlijk, toch?

Vooruit, rustdag vandaag en morgen weer volle kracht vooruit. Nieuw-Zeeland moet het team weer naar de hogere regionen leiden. Voor de mannen staat Tunesië op het programma. Ook voor hen een hapklare brok … op papier. Maar voor de mannen heeft dat papier sinds het begin van het toernooi geen goede smaak meer.

Opmerking

Voer uw volledige naam in (voor- en achternaam) om een ​​reactie achter te laten. Anonieme reacties zijn niet toegestaan.