Wedstrijdreglement van de KBSB

Inhoudsopgave

Algemene schikkingen

Artikel 1 – Omschrijving van de bevoegdheden

a. De nationale competities, evenals de vertegenwoordiging van België op alle internationale wedstrijden, behoren uitsluitend tot de bevoegdheid van de Koninklijke Belgische Schaakbond.

b. Het Bestuursorgaan (BO) is belast met de materiële organisatie van al deze competities. Het BO kan zijn bevoegdheden geheel of gedeeltelijk overdragen aan een culturele federatie, aan een fysiek of aan een moreel persoon.

c. Voor spelers of speelsters die om een uitzondering verzoeken op de bepalingen van onderhavig reglement, kan het BO, op voorstel van de betrokken bestuurder eventueel een uitzondering toestaan en deze motiveren aan de eerstvolgende A.V. Daarbij zal het BO, in de mate van het mogelijke, in de eerste plaats de verdienste en inzet van de betrokken speler bij het schaakleven in België in aanmerking nemen. De speler of speelster die om deze uitzondering verzoekt, dient een duidelijke motivering te sturen aan de verantwoordelijke bestuurder, er zal ontvangst van gemeld worden.

d. Spelers, speelsters, begeleiders of officials (trainers, arbiters, organisators, …) die namens de KBSB afgevaardigd worden op een internationaal toernooi of die door de KBSB dienen ingeschreven te worden voor een internationaal toernooi of cursus, alsook de spelers of speelsters of officials die een norm wensen te registreren bij de FIDE of die een titel wensen aan te vragen bij de FIDE, dienen voorafgaand aan de behandeling van hun dossier door de bevoegde bestuurder of medewerker een recente foto te bezorgen aan de bevoegde bestuurder of medewerker in het door het BO bepaalde formaat. Deze verplichting is niet nodig als er reeds een recente foto op de website van de FIDE en KBSB beschikbaar is.

e. De verantwoordelijke Nationale Toernooien, de nationale jeugdleider, de verantwoordelijke Internationale Toernooien, de verantwoordelijke internationale jeugduitzendingen en de verantwoordelijke arbiters, ieder in hun gebied, zijn, in overleg met het BO, belast met de uitvoering en handhaving van dit reglement alsmede het beslissen in alle geschillen en onvoorziene gevallen welke zich ter zake mochten voordoen.

Artikel 2 – Spelregels en spelvoorwaarden

a. De spelregels zijn deze van de FIDE

b. Voor elke competitie worden de reglementen en voorwaarden duidelijk omschreven. In deze voorwaarden worden opgenomen het minimum prijzenfonds en de vereisten waaraan het speelmateriaal, de speelzaal en het verblijf van de spelers moeten voldoen.

c. In elke officiële competitie geldt rookverbod in de speelzaal.

d. In gesloten (round-robin) kampioenschappen waar normen kunnen behaald worden, zal de organisatie een tafel op een veilige plaats voorzien waar alle deelnemers al hun mobiele telefoons of ander elektronisch communicatiemiddelen op eigen risico kunnen achterlaten. Indien wordt vastgesteld dat een speler tijdens zijn partij nog zo’n toestel in het spelersgebied (maar niet op die tafel) heeft, dan verliest hij de partij en zijn tegenstander wint.

In andere kampioenschappen mag een speler tijdens zijn partij een mobiele telefoon of ander elektronisch communicatiemiddel uitgeschakeld op eigen risico in de speelzaal meebrengen, maar hij mag deze niet op zich dragen. Mogelijke voorbeelden zijn langs het bord, in zijn jas (die aan de kapstok of aan zijn stoel hangt) of in een (hand)tas. Uiteraard mogen deze toestellen (al dan niet via de jas of (hand)tas) tijdens de partij niet meegenomen worden buiten de speelzaal. Indien wordt vastgesteld dat een speler tijdens zijn partij toch zo’n toestel op zich draagt zonder toestemming van de arbiter, dan verliest hij de partij en zijn tegenstander wint.

Indien vastgesteld wordt dat zo’n toestel niet uitgeschakeld in de speelzaal is, dan krijgt de spelende eigenaar 10 minuten in mindering bij de eerste keer en verliest deze de partij bij de volgende keer. Indien er hierdoor een tijdsoverschrijding voorkomt, dan verliest hij de partij en het resultaat van zijn tegenstander wordt door de arbiter bepaald.

Indien in alle voorgaande gevallen een default-time is voorzien en een speler betreedt de speelzaal na het begin van de partij, dan mag hij zich nog in regel stellen met betrekking tot de mobiele telefoon of andere elektronische communicatiemiddel voordat hij zijn eerste zet doet.

e. Tijdens een wedstrijd is het verboden dat een speler een horloge draagt of op zich heeft. Deze horloge mag op dezelfde geoorloofde plaatsen vertoeven als uitgelegd in art. 2.d voor een mobiele telefoon op voorwaarde dat elke vorm van communicatie uitgeschakeld is.

Indien een speler er toch één draagt of op zich heeft of er gebruik van maakt anders dan het uur te raadplegen en het blijkt niet om een smart watch te zijn en is het de eerste keer in de partij, dan is dezelfde strafmaat als het hebben van een mobiele telefoon die niet uitgeschakeld is op een geoorloofde plaats van toepassing. Als het wel om een smart watch gaat of het is niet de eerste keer in dezelfde partij, dan is het dezelfde strafmaat als het hebben van een mobiele telefoon die niet uitgeschakeld is op een niet-geoorloofde plaats van toepassing.

Indien een speler de speelzaal betreedt na het begin van de partij, dan mag hij zich nog in regel stellen met betrekking tot zijn horloge (dus communicatie uitschakelen in geval van een smart watch en zijn horloge uitdoen en op een geoorloofde plaats zetten) voordat hij zijn eerste zet doet.

f. Indien er volgens het QPF-systeem gespeeld wordt, zijn Richtlijnen III.5 van de FIDE-Schaakregels van toepassing.

g. Het woord “spelersgebied” of “playing venue” is gedefinieerd in de FIDE Regels voor het Schaakspel.

h. De default-tijd voorzien in artikels 6.7.1 en 6.7.2 van de FIDE regels voor het schaakspel wordt voor standaard partijen vastgesteld op 60 minuten na het aangekondigde aanvangsuur voor alle KBSB competities; voor rapid- en blitzpartijen wordt de default-tijd vastgesteld op de volledige basistijd van de eerste (of enige) periode nadat het sein voor het begin van de partijen gegeven wordt.

i. In Rapid- en Blitztoernooien georganiseerd door de KBSB zal gespeeld worden volgens de regels voor onvoldoende arbitrale supervisie (dus geen één arbiter per bord bij Rapid en geen één arbiter per drie borden bij blitz) (A4 in Rapid en B4 in Blitz van de FIDE-Schaakregels).

Artikel 3 – Aansluitingen

a. Zolang een club niet voldaan heeft aan al zijn financiële verplichtingen tegenover KBSB mag die club en zijn bestuursleden (voorzitter, ondervoorzitter, secretaris, penningmeester, toernooileider) in overeenstemming met de statuten aan geen enkele nationale competitie deelnemen.

b. Elk lid van een club moet in overeenstemming met de statuten in regel zijn met zijn KBSB-bijdrage op het ogenblik van inschrijving voor elke officiële competitie.

c. Buitenlandse spelers, uitgenodigd op een wedstrijd ingericht met steun van de KBSB zijn van deze verplichting vrijgesteld.

e. Wanneer een speler niet aangesloten blijkt te zijn, wordt zijn waarborg verbeurd verklaard en worden zijn uitslagen geannuleerd, met daar nog boven de sancties tegen zijn club zoals voorzien in het intern reglemen.

f. De nationale penningmeester en de Verantwoordelijke Nationale Toernooien (VNT) of hun vervangers worden belast met het toezicht op de strikte naleving van deze bepaling.

g. Elke nieuw aangesloten speler die of een FIDE-quotering of een quotering van een buitenlandse federatie of een oude quotering heeft, moet deze bekendmaken. Zijn club is verantwoordelijk voor de mededeling van deze informatie.

h. Een speler wordt als een actief speler beschouwd, als voor hem tijdens de jongste twee jaar minstens 10 partijen in de nationale en/of internationale ELO-klassering effectief verwerkt werden.

i. Een speler die deelneemt aan een competitie of toernooi dat meetelt voor nationale elo dient aangesloten te zijn bij een Belgische of buitenlandse club. Zendt een organisatie toch resultaten door van een niet-aangesloten speler voor nationale eloverwerking, dan wordt die speler ter persoonlijke titel ingeschreven op kosten van de organiserende club of instantie. In geval van ploegencompetitie is het lidgeld verschuldigd door de club die de speler opstelt in de competitie.

j. Een speler die deelneemt aan een competitie of toernooi dat meetelt voor fide elo, dient een fide-id te hebben. De KBSB kan enkel fide-ids uitvaardigen met BEL als federatie aan spelers die officieel aangesloten zijn. Zendt een organisatie resultaten voor fide-eloverwerking door van een niet- aangesloten speler zonder FIDE-id, dan wordt die speler ingeschreven op kosten van de organiserende club of instantie onder de Belgische federatie. Zou de federatie niet goed zijn, dan zullen ook alle kosten die aangerekend worden om naar de juiste federatie te transfereren, verhaald worden op de organiserende club of instantie.

Artikel 4 – Verantwoordelijkheid van de inrichter

De met een toernooi-inrichting belaste mandataris van het BO is tegenover de KBSB verantwoordelijk voor de toepassing van huidig reglement en voor het nakomen van de minimum voorwaarden voorzien door de KBSB.

Artikel 5 – Inschrijvingsgelden

In principe, en behoudens uitdrukkelijk toegestane afwijking, behoren de inschrijvingsgelden van door de KBSB ingerichte competities tot de bevoegdheid van de KBSB en moeten ze op de financiële rekening van deze laatste gestort worden, uiterlijk op de afsluitingsdatum der aanmeldingen. Alleen de nationale penningmeester is gemachtigd om terugbetalingen te doen, en zulks alleen voor de niet weerhouden reservespelers of voor de clubs wiens inschrijving werd geweigerd.

Artikel 6 – Spelers aangesloten bij meerdere clubs

a. Elke speler heeft een hoofdclub en mag lid zijn van meer dan één club.

c. Een speler mag in eenzelfde competitie niet worden opgesteld door twee verschillende clubs. Hij mag wel voor een andere club uitkomen, mits schriftelijke toestemming van zijn hoofdclub, behalve wanneer deze laatste niet deel neemt aan die competitie.

Artikel 7 – Transfer

a. Elk lid van een club kan tussen 1 juni en 31 juli vrij van hoofdclub veranderen.

c. Elke transfer wordt van toepassing op 1 augustus.

Een transfer wordt gedaan in Players Manager. De nieuwe club dient het lid in te schrijven als nieuw lid (via methode opzoeken). Op het ledenoverzicht van de oude club zal bij dat lid de transferclub vermeld staan en als op de pagina van “Door te voeren transfers”

Op moment van de transferaanvraag zal ter kennisgeving een mail verstuurd worden naar de contactpersoon van de oude club, naar de contactpersoon van de club die de transfer heeft gedaan (voor bevestiging en naar de betrokken verantwoordelijke van de KBSB.

Artikel 8 – Scheiding van gelijk gerangschikte spelers

Gelijk gerangschikte spelers worden gescheiden volgens de aanbevolen systemen van de FIDE.

Artikel 9 – Indeling van wedstrijdleiders

a. De leiding van competities, ingericht door of in naam van de KBSB, kan aan wedstrijdleiders toevertrouwd worden. Deze worden in vijf klassen ingedeeld: klasse C, klasse B, klasse A, de FIDE- en de internationale wedstrijdleiders.

b. De aanstelling tot wedstrijdleider van klasse C en B behoort tot de bevoegdheid van de leden van de KBSB (Gemeenschapsfederaties).

c. Om tot wedstrijdleider klasse A benoemd te worden, moet men wedstrijdleider klasse B zijn, in die hoedanigheid vier maal – waarvan één maal als hoofdwedstrijdleider – aan de leiding van een representatief toernooi hebben deelgenomen, en gunstig beoordeeld worden door de commissie van internationale scheidsrechters.

Als representatief toernooi worden beschouwd de nationale jeugd- en seniorenkampioenschappen, evenals andere toernooien die voor ELO-verwerking in aanmerking komen met deelname van ofwel meer dan 50 deelnemers, ofwel tenminste 10 deelnemers met een gemiddelde FIDE ELO van 2200 of meer, evenals de internationale en nationale toernooien met meer dan 150 deelnemers.

Om te kunnen promoveren van wedstrijdleider klasse B tot wedstrijdleider klasse A, moet de wedstrijdleider van de 4 normen die nodig zijn, minstens 1 norm “Leiden nationale kampioenschappen” kunnen voorleggen, met een maximum van 3 dergelijke normen.

Eén norm nationale kampioenschappen omvat het wedstrijdleiden van een meerdaags Belgisch Kampioenschap, het Belgisch Jeugdkampioenschap of het leiden van nationale interclubwedstrijden. Dit laatste houdt het probleemloos leiden van minstens 5 rondes in éénzelfde interclubseizoen in.

De commissie van internationale scheidsrechters (CIS) onderzoekt of de kandidaten aan de vereiste voorwaarden voldoen, of zij de reglementen genoegzaam kennen en of hun objectiviteit onbetwist is. Bij gunstig advies wordt de kandidatuur overgemaakt aan het BO die de uiteindelijke beslissing neemt.

Procedure van indienen

De arbiter zelf of zijn federatie kan een dossier indienen. In het VSF-reglement daarentegen staat wel:

  • voorgesteld zijn door de VSF-verantwoordelijke toernooien/kadervorming van zijn federatie;
  • voorgesteld zijn door zijn federatie;

Inhoud van in te dienen dossier

Tijdens de nabespreking van de 1ste vergadering van de commissie voor herziening van de KBSB-wedstrijdreglementen (Westerlo, 18/11/2006) is het volgende afgesproken:

  • gegevens van de arbiter (stamnr. – naam – adres – telefoon – GSM – e-mail)
  • datum van categorie B (eventueel kopie verslag bekrachtiging federatie)
  • lijst van minstens 4 representatieve toernooien met hierin de volgende gegevens
    • naam toernooi
    • datum en plaats
    • gegevens inrichter
    • hoedanigheid van arbiter (hoofdarbiter, hulparbiter)
    • speeltempo
    • ELO-verwerking en zo ja welke (nationaal, FIDE)
    • aantal deelnemers
    • winnaars (eventueel volledige uitslag)
    • informatie omtrent eventueel beroep tegen beslissing van u als wedstrijdleider
  • lijst van andere toernooien om globaal inzicht te krijgen van de arbitersactiviteiten met als gegevens
    • naam toernooi
    • datum en plaats
    • gegevens inrichter
    • hoedanigheid van arbiter
    • speeltempo
    • ELO-verwerking en zo ja welk
    • aantal deelnemers

Dit dossier dient opgestuurd te worden naar de voorzitter van de CIS (Commissie Internationale Scheidsrechters).

d. De FIDE- en internationale wedstrijdleiders worden benoemd door de FIDE. De kandidaturen om FIDE- of internationale wedstrijdleider te worden dienen te worden gericht aan de voorzitter van de CIS, met afschrift voor de secretaris-generaal. De voorzitter van de CIS zal er ontvangst van geven. De commissie van internationale scheidsrechters gaat na of de dossiers van de kandidaten aan de FIDE-vereisten beantwoorden en maakt deze dossiers voor bevestiging over aan het BO die ze voor verdere doorverzending overmaakt aan de Internationale Verantwoordelijke. Opdat zijn kandidatuur als FIDE-arbiter door de CIS in aanmerking wordt genomen, dient de kandidaat nationaal arbiter A te zijn. FIDE-normen die nodig zijn om de promotie naar FA aan te vragen kunnen enkel gebruikt worden wanneer die normen als arbiter klasse A behaald werden.

e. Wanneer het BO een voordracht van de commissie van internationale scheidsrechters niet wenst te bekrachtigen, wordt het dossier voor nieuw onderzoek terug aan de commissie overgemaakt, met motivatie van de afwijzing.

Artikel 10 – Klassering van de spelers

a. Vier maal per jaar, op 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober, wordt er een puntenklassering voor alle aangesloten spelers opgesteld. Elke aangesloten speler die 5 partijen betwistte met geklasseerde spelers, krijgt een quotering en zijn uitslagen worden verwerkt volgens de formule (f).

b. De spelers worden als volgt ingedeeld :

  • Experten : 2200 punten en meer
  • A -klasse : 2000 punten en meer
  • B -klasse : 1800 punten en meer
  • C -klasse : 1600 punten en meer
  • D -klasse : 1400 punten en meer
  • E -klasse : minder dan 1400 punten

c. Spelers die na een onderbreking terug actief worden, bekomen opnieuw hun laatst gekende quotering. Spelers die zich nieuw inschrijven of die na een onderbreking terug actief worden, bekomen hun laatst gekende quotering (in volgorde KBSB-rating, FIDE-rating, hun nationale rating).

d. De quotering op 1 juli bepaalt de klasse van de speler voor de volgende twaalf maanden.

e. Formule voor het berekenen van de eerste quotering :

Zij wordt uitgedrukt in de formule :

    R = Rc + D(P)

waarin:

    R = eerste quotering
    Rc = gemiddelde waarde van de tegenstrevers
    D(P) = ratingverschil van de behaalde score uitgedrukt in %

f. Formule voor de berekening van de quotering :

  1. De gebruikelijke formule is :
    Rn = Ro + K (W -We)

waarin

    Rn = de te berekenen quotering
    Ro = de vorige quotering
    W = de behaalde score
    We = de verwachte score volgens de tabel van de kansrekening op basis van de vorige quotering
    K = ontwikkelingscoëfficiënt van de speler
  1. De ontwikkelingscoëfficiënt K =
  • 32 van de 21ste tot de 100ste partij
  • 24 van de 101ste tot en met de 300ste partij
  • Na de 300ste partij
    • 16 bij een quotering <= 2000
    • 12 bij een quotering > 2000 & <= 2200
    • 10 bij een quotering > 2200
  1. Elke speler die na 5 partijen geen 1150 punten bereikt, krijgt automatisch een quotering van 1150 punten.
  2. Bij een verschil van meer dan 400 punten tussen twee spelers, wordt dat verschil herleid tot 400.
  3. Wanneer twee spelers een gelijk aantal punten hebben, wordt diegene die het hoogst aantal verrekende partijen speelde als eerste gerangschikt.

g. Bemerking: wanneer een speler tussen twee klasseringen in meer dan 25 partijen gespeeld heeft en zijn quotering met meer dan 150 punten stijgt of daalt, wordt deze herberekend op basis van de formule (e).

h. Elke speler die bij een andere federatie dan de KBSB is aangesloten en een nationale of FIDE-quotering bezit, dient deze bij zijn eerste aansluiting bij een Belgische club mee te delen. Zijn club is verantwoordelijk voor de verdere communicatie hiervan bij de KBSB. Als die quotering groter of gelijk is dan 2300, dan is de startwaarde van zijn aantal partijen 300; als die quotering kleiner is dan 2300 en groter of gelijk is dan 2000, dan is de startwaarde van zijn aantal partijen 200; in de andere gevallen is de startwaarde van zijn aantal partijen 50.

i. ELO-quotering van spelers die een FIDE-stamnummer of klassement hebben.

  • Spelers die volgens de FIDE aangesloten zijn bij de KBSB en die in België verblijven: al hun resultaten die voor de FIDE-berekening verwerkt werden worden ook verwerkt voor het Belgische klassement als hun ELO-fiche op de website van de FIDE toegankelijk is.
  • Spelers die volgens de FIDE niet aangesloten zijn bij de KBSB of spelers die volgens de FIDE aangesloten zijn bij de KBSB maar niet in België verblijven: in tegenstelling met wat vermeld staat in de punten a tot h van het huidig artikel, wordt hun Belgische ELO-quotering gelijkgesteld aan hun FIDE-quotering. Echter de ELO-quotering van betrokken spelers zal dezelfde blijven als de Belgische ELO-quotering als, na een gemotiveerde aanvraag door de betrokken speler of zijn club, de nationale klassementsleider van oordeel is dat de Belgische ELO-quotering representatiever is wat de sterkte van de speler betreft als de FIDE-quotering.

In de klasseringlijst, zijnde op dit moment het elektronische bestand PLAYER.DBF, wordt bij deze spelers het veld “ADVERSAIRE” (vertaald tegenstander) leeggelaten en in het veld “PERFORMANCE” (vertaald prestatie) wordt de correctie ten opzichte van de initieel berekende Belgische ELO-quotering geplaatst.

Artikel 11 – Selectiecriterium op basis van ELO.

a) Dit selectiecriterium wordt gebruikt voor alle doeleinden tenzij anders expliciet vermeld, zoals selectie expertengroep BK, selectie voor afvaardiging KBSB op een IM- of GM-normentoernooi, of nog de selectie voor afvaarding KBSB op internationale toernooien.

b) Behoudens andersluidende bepaling neemt men de volgorde op de FIDE-ratinglijst die gangbaar is op de sluitingsdatum van de kandidatuurstelling. Bij gelijkheid van FIDE ELO is de volgorde:

  • de speler met de hoogste titel;
  • de speler met de meeste vooruitgang in FIDE-rating t.o.v. de FIDE-ratinglijst ervoor (opmerking: beide spelers dienen ook hier geklasseerd te zijn);
  • loting.

c) Geschrapt.

Artikel 12 – Welke competities en welke partijen tellen voor de quotering

a. Tempo

Om in aanmerking te komen voor ELO-verwerking, moet elke speler minimaal één van de volgende speeltijden hebben om al zijn zetten te spelen, beschreven in de thans geldende FIDE-regels. (in de veronderstelling dat een partij 60 zetten duurt)

Alle partijen waarbij alle zetten vlugger dienen gespeeld te worden dan de bovenvermelde opsomming, worden uitgesloten voor ELO-verwerking.

Indien een aantal zetten binnen de eerste tijdscontrole dient gespecificeerd te worden, wordt aangeraden dat het 40 worden. Zo genieten de spelers van uniformiteit.

De maximale speeltijd per dag staat beschreven in het FIDE-handboek.

Indien men partijen wil laten verwerken voor het bekomen van FIDE-normen, dan dienen de thans geldende FIDE-regels nageleefd te worden.

b. Verzending van de resultaten:

De resultaten dienen toe te komen bij de KBSB-klassementsleider elektronisch via e-mail of op een elektronische drager per post binnen de 30 dagen na het einde van het toernooi en ten laatste drie dagen voor de berekening van het nieuwe klassement, dus ten laatste op 28/03, 27/06, 27/09 en 28/12, met hierin alle betrokken resultaten: open toernooien, gesloten groepen (enkelrondig of dubbelrondig), individuele partijen (de zogenaamde 24-lijnen), resultaten van de nationale interclubs, enz.

De verzendingen op een niet elektronische manier of drager worden dus niet meer aanvaard behoudens voor de resultaten van toernooien gespeeld in het buitenland. Er wordt ten zeerste aangeraden om een bevestiging van goede ontvangst te vragen bij het opsturen van resultaten en/of om te verifiëren op de pagina van ontvangen toernooien op de website van de KBSB of op de door haar gemachtigde website of het opgestuurde bestand met resultaten er wel vermeld staat. Als het geval zich voordoet, dient men zich eveneens te schikken naar voorschriften over communicatie van resultaten opgelegd door de VSF, FEFB of SVDB op voorwaarde dat deze niet strijdig zijn met het huidig reglement.

Gegevens over het toernooi:

De volgende gegevens zijn verplicht: de toernooinaam, de begin- en einddatum, de naam van de toernooiverantwoordelijke (en van de wedstrijdleider), het speeltempo alsook de data van de verschillende rondes.

Gegevens over de spelers:

De volgende gegevens zijn verplicht: de stamnummers van de spelers en de andere gebruikelijke inlichtingen zoals speeldatum, zijn naam, voornaam, club, gespeeld resultaat, enz. Indien de resultaten van het toernooi ook bestemd zijn voor FIDE-ELO-verwerking, dan dient ook de FIDE-IDs van de spelers vermeld te worden.

c. De klassementsleider is niet verplicht rekening te houden met uitslagen die hem met meer dan 6 maanden vertraging bereiken.

d. De mededeling van deze volledige uitslagen en het bijhouden van de fiches is verplicht. De organisator van het toernooi is verantwoordelijk voor de verzending van de resultaten aan de klassementsleiding van de KBSB. Bij ernstige nalatigheid of bij herhaalde onregelmatigheden zijn er sancties voorzien (cf. Kampioenschap van België, Nationale Interclubs, Internationale wedstrijden, enz.).

e. Alle resultaten die in de voorbije 3 klassementsperiodes niet verwerkt konden worden omdat een of beide spelers niet over een quotering beschikten worden opnieuw opgenomen voor verwerking

g. Het BO beslist over de aanvaarde programma’s voor de verzending van resultaten. Het is de verantwoordelijkheid van de clubs om de programma’s die ze gebruiken, te updaten door die updates die op de website van de KBSB of op een door de KBSB gemachtigde website staan, af te halen.

h. Elke klacht dient zo snel mogelijk gericht te worden aan de nationale klassementsleider door exacte vermelding van de betwiste resultaten, gestaafd door de toernooileider. Elke klacht op feiten die zich hebben voorgedaan vóór het laatste klassement kan door de klassementsleider verworpen worden.

Artikel 13 – Titels

a) Dit artikel geldt voor het Belgisch Kampioenschap (Experten, Dames en Open), de Nationale Snelschaakkampioenschappen (elke reeks), de Nationale Rapidkampioenschappen (elke reeks), de Nationale Jeugdkampioenschappen bij jongens en meisjes (elke reeks), de Nationale Snelschaak- en rapidkampioenschappen voor de Jeugd bij jongens en meisjes (elke reeks).

b) De titel van nationaal kampioen wordt toegekend aan de eerst eindigende speler:

  • die door de FIDE als Belg beschouwd wordt of
  • die niet geregistreerd staat bij de FIDE maar die bij aanvang van het kampioenschap als Belg kan geregistreerd worden volgens de voorwaarden vermeld in het FIDE handboek.

M.a.w. spelers met de Belgische nationaliteit die door de FIDE niet als Belgen beschouwd worden, kunnen geen titels winnen.

Deze spelers dienen ook in orde te zijn met hun aansluiting bij een club van de KBSB tijdens het ganse kampioenschap.

c) De spelers die aan geen van die twee voorwaarden voldoen of niet aangesloten zijn, kunnen geen aanspraak maken op de titels of de rechten alsook niet op de daarmee gerelateerde trofeeën voor de 1ste, 2de of 3de plaats. Ze kunnen wel aanspraak maken op alle andere prijzen en kunnen wel als winnaar van het toernooi uitgeroepen worden.

Artikel 14 – Sancties

De inrichter van elk toernooi of competitie in naam of voor rekening van de KBSB moet binnen de vijftien dagen na het einde ervan, aan de betrokken nationale toernooileider (de Verantwoordelijke Nationale Toernooien of de Nationale jeugdleider) een omstandig verslag bezorgen over het verloop van het toernooi.

Elke klacht of bezwaar betreffende een competitie of een toernooi moet aan de betrokken nationale toernooileider gericht worden, binnen de vijftien dagen na de feiten, behalve voor het bepaalde in artikel 38 j. Als deze nationale toernooileider als speler of arbiter zelf betrokken zou zijn, dan dient de klacht of bezwaar te worden gericht naar de voorzitter van de CIS.

Sancties zijn mogelijk telkens een speler, een ploeg of een club de FIDE-spelregels, de statuten, de toernooireglementen of het IR van de KBSB niet eerbiedigt of de goede faam van de KBSB in gevaar brengt. Bijvoorbeeld in de volgende gevallen:

  • Een club die een niet-aangesloten speler opstelt in een officieel bondstoernooi.
  • Een speler die tijdens een nationaal toernooi het toernooi verlaat of forfait geeft.
  • Een speler of een club die strafrechtelijk veroordeeld is.
  • Een club, een speler, een trainer of een verantwoordelijke die de uitslag van een partij door bedrieglijke middelen beïnvloeden of proberen te beïnvloeden.

Mogelijke sancties die door de Verantwoordelijke Nationale Toernooien of de Nationale Jeugdleider kunnen genomen worden, zijn:

  • waarschuwing;
  • blaam;
  • wijziging van het resultaat van een individuele partij of van een ploegwedstrijd;
  • geldboete tot maximum 200 EUR, tenzij het reglement van een desbetreffende competitie een ander maximumbedrag voorziet;
  • verlies van het recht op eventuele prijzen of op terugbetaling van waarborgen of op terugbetaling van onkosten;
  • schorsing of uitsluiting van de betreffende competitie

De Verantwoordelijke Nationale Toernooien (of in voorkomend geval de Nationale jeugdleider) kan sancties opleggen tot vijfenveertig dagen na het einde van elke competitie.

De Verantwoordelijke Nationale Toernooien en de Nationale Jeugdleider kunnen ook alle sportmaatregelen nemen die nodig zijn voor het goede verloop van een competitie.

Mogelijke sancties die door het BO van de KBSB kunnen genomen worden, zijn:

  • waarschuwing;
  • blaam;
  • wijziging van het resultaat van een individuele partij of van een ploegwedstrijd;
  • geldboete tot maximum 200 EUR, tenzij het reglement van een desbetreffende competitie een ander maximumbedrag voorziet;
  • verlies van het recht op eventuele prijzen of op terugbetaling van waarborgen of op terugbetaling van onkosten;
  • schorsing van maximum twee jaar:
    • in de betreffende competitie;
    • in een nationale competitie;
    • in een bondsfunctie.

Mogelijke sancties die door de Algemene Vergadering kunnen genomen worden, zijn:

  • waarschuwing;
  • blaam;
  • gedeeltelijke of volledige schorsing voor een bepaalde duur;
  • levenslange uitsluiting.

In alle geval worden de betrokken partijen uitgenodigd om hun mening te uiten over een voorstel van sanctie.

Deze uitnodiging is niet verplicht

  • wanneer het gaat om een voorstel van een dienst- of sportmaatregel.
  • wanneer de Verantwoordelijke Nationale Toernooien of de Nationale jeugdleider in een individuele partij of in een ploegwedstrijd als aangeduide scheidsrechter van de partij of van de wedstrijd tussenkomt.

De sancties beslist door een federatie tegen één van haar aangesloten spelers of clubs, zijn eveneens van toepassing op alle domeinen waar de KBSB bevoegd is. De vraag moet door de betrokken federatie aan het BO van de KBSB gericht worden. De uitbreiding van de sanctie moet door de eerstvolgende Algemene Vergadering bevestigd worden telkens het gaat om een schorsing van meer dan twee jaar of om een levenslange uitsluiting.

Artikel 15 – Betwistingen

Elke klacht tegen een beslissing van de Verantwoordelijke Nationale Toernooien, de Nationale Jeugdleider en het BO van de KBSB zal beslecht worden door de Commissie Geschillen, overeenkomstig de statuten, het Intern Reglement en dit reglement.

Elke klacht moet schriftelijk, overeenkomstig de procedure beschreven in het Intern Reglement, ingediend worden.

Artikel 18 – Wijzigingen van de reglementen

Elke wijziging van onderhavig reglement wordt van kracht op de datum, bepaald door de Algemene Vergadering of door het BO.

Het Belgisch kampioenschap

Artikel 19 – Deelname.

De nationale kampioenschappen experten en dames staan open voor spelers die aangesloten zijn bij een club die lid is van KBSB en voldoen aan tenminste één van de volgende voorwaardes:

  1. Belg zijn of voorkomen op de FIDE ELO-lijst van 1 januari onder België;
  2. gedomicilieerd zijn in België vanaf 1 januari;

Expertenkampioenschap.

10 deelnemers; gesloten groep (dus 9 rondes).

Het deelnemersveld omvat :

a. de kampioen van het vorig expertenkampioenschap

b. de kampioen van de open groep van het vorig kampioenschap

c. de kampioen/kampioene met de hoogste gebruikte elo uit alle jeugdcategorieën op het allerlaatste BJK (en bij gelijkheid in gebruikte elo de oudste speler), voor zover dit minimum 2250 is en de kandidaat nog jeugdspeler is.

d. twee spelers van de federatie met de meest aangesloten sportbeoefenaars op 1 januari, één speler van elke andere federatie.

e. de best gerangschikte spelers op FIDE-rating volgens art. 11 zodat een aantal van 10 spelers bereikt wordt.

Bijkomende criteria voor het bepalen van de gerechtigden uit de Expertengroep.

  1. Bij afzeggingen in de punten a, b en c mag geen beroep gedaan worden op de volgende(n) in de eindrangschikking.
  2. Er is een minimum FIDE-rating van 2300 vereist voor alle deelnemers, behalve voor de Belgische Jeugdkampioen, waar 2250 vereist word.
  3. De spelers dienen actief te staan in de FIDE-ratinglijst.

Open Toernooi.

9 rondes; Zwitsers.

Staat open voor elke speler aangesloten bij een club die lid is van KBSB en die niet gerechtigd is tot deelname aan de Expertengroep of Dameskampioenschap.

Opmerkingen.

a. De Verantwoordelijke Nationale Toernooien kan in speciale gevallen of in onvoorziene omstandigheden afwijken van hoger vermelde toernooivormen.

b. De titel voor dameskampioen zal gaan naar de hoogst eindigende speelster in het open toernooi. Indien er daar geen speelster is, dan zal de titel niet uitgereikt worden.

c. Zoals voorzien in de FIDE-regels van het Schaakspel (art. 9.1.) kan de organisatie in samenspraak met de VNT Sofia-regels bepalen. Deze Sofia-regels bepalen dat een remise-aanbod in een bepaald (of volledig) deel van de partij of onder bepaalde omstandigheid verboden is. Bij het opstellen van die Sofia-regels dient rekening gehouden te worden met drie zaken:

  • aantal zetten (altijd wit en zwart) waarbinnen geen remise mag voorgesteld worden
  • duur in tijd vanaf het reële aanvangsuur (wit en zwart samen) waarbinnen geen remise mag voorgesteld worden
  • met of zonder de toestemming van de arbiter

Een voorbeeld van de Sofia-regels: zonder goedkeuring van de wedstrijdleider kan een speler geen remise voorstellen aan zijn tegenstander vooraleer dat er minstens 20 zetten per speler uitgevoerd zijn én er minstens één uur in totaal is gespeeld.

Artikel 20 – Inschrijving

a. De deelnemers die niet rechtstreeks geplaatst zijn, dienen zich in te schrijven voor verstrijking van de inschrijvingsdatum bepaald door het BO, bij diegene die door het BO daartoe is aangeduid.

b. De federaties dienen zelf minstens vier weken voor het begin van het toernooi hun gerechtigden voor de Expertengroep aan de Verantwoordelijke Nationale Toernooien door te geven (enige uitzondering: als hun federaal kampioenschap wat als basis dient voor de afvaardiging, eindigt op minder dan vier weken voor het begin van het toernooi, dan dienen ze ten laatste op de dag dat het federaal kampioenschap eindigt, hun gerechtigden door te geven).

c. Alle gerechtigde spelers worden door de Verantwoordelijke Nationale Toernooien minstens vier weken voor het begin van het toernooi uitgenodigd (indien via mail met ontvangstbevestiging).

d. Alle gerechtigden onder punten b en c dienen hun deelname minstens 4 weken voor aanvang van het toernooi schriftelijk te bevestigen bij de Verantwoordelijke Nationale Toernooien.

e. Spelers die zich willen plaatsen op basis van rating voor de Expertengroep dienen zelf hun kandidatuur ten laatste 6 weken voor aanvang van het toernooi bij de Verantwoordelijke Nationale Toernooien in te dienen.

f. Aan de hand van de lijst van spelers die hun kandidatuur ingediend hebben om via rating geselecteerd te worden voor de Expertengroep, zal de Verantwoordelijke Nationale Toernooien het aantal spelers die hun deelname bevestigd hebben, aanvullen. Daarna worden de lijsten gepubliceerd op de website van de organisatie.

g. Spelers uit de Expertengroep of het Dameskampioenschap die na het bevestigen van hun deelname en vóór aanvang van het toernooi zich nog zouden afmelden zonder bewezen reden van overmacht, zullen gesanctioneerd worden volgens art. 14.

h. De loting van paringsnummers waarna ook de kalender zal bekend zijn, dient liefst te gebeuren in een openingsceremonie die minimaal 2u voorafgaandelijk aan het begin van de eerste ronde plaats vindt. Indien de organisatie geen openingsceremonie kan inrichten, dan zal de loting maximaal 24u voor aanvang van de eerste ronde gehouden worden.

i. De exacte inschrijvingsdatum voor zowel de punten b-c-d-e als de termijn voor punt f zal jaarlijks bepaald worden door het BO. Ook het bedrag van het inschrijvingsgeld voor alle deelnemers uit de open reeks wordt door het BO bepaald.

j. Ook het bedrag van het inschrijvingsgeld voor alle deelnemers uit de open reeks wordt door het bestuursorgaan bepaald. Eveneens kan zij een verminderd inschrijvingsgeld bepalen voor bepaalde categorieën (vb. jeugd, titelhouders. De organisatie kan een verhoogd inschrijvingsgeld toepassen voor inschrijvingen die later dan één week voor aanvang van het toernooi gebeuren en voor betalingen ter plaatse, mits dit aangekondigd staat op de uitnodigingen.

Artikel 21 – Onkosten van de deelnemers.

Behoudens andersluidende beslissing van het BO zijn de kosten voor verplaatsing, logement en maaltijden ten laste van de deelnemers. Indien er toch kosten worden terugbetaald, dan dient dit te gebeuren op de laatste speeldag.

Artikel 22 – Tempo

Alle partijen worden gespeeld volgens het Fischer-tempo van 40 zetten in 1u30 gevolgd door 30 minuten voor het einde van de partij met een increment van 30 seconden vanaf zet één tenzij de VNT op aanraden van de organisator een ander tempo geldig voor eloverwerking en normen goedkeurt.

Artikel 23 – Prijzen

Aan de kampioenschappen wordt door de KBSB een subsidie toegekend waarmee een gedeelte aan geldprijzen uitgekeerd moet worden. Deze bedragen worden bepaald door het bondsbudget. De bepaling van het aantal prijzen, evenals de verdeling ervan, valt onder de bevoegdheid van het BO. Ten minste 80% van de inschrijvingsgelden moeten ook als geldprijzen uitgekeerd worden, waarvan eveneens het aantal en de verdeling door het BO bepaald worden*.

*Op datum van de huidige versie bedraagt de KBSB-subsidie € 7 550 plus € 1 500 / € 2 000 wanneer het experten kampioenschap ook een normentoernooi is voor respectievelijk IM of GM.

Nationale Snelschaakkampioenschappen.

Artikel 24 – Deelname

Mogen er aan deelnemen: allen.

Artikel 25 – Inrichting

a. Het nationaal snelschaakkampioenschap wordt betwist op één dag.

b. Volgens het aantal deelnemers wordt er gespeeld in een of meer reeksen, een volledig toernooi of volgens Zwitsers systeem.

Artikel 26 – Onkosten en inschrijving

a. De verplaatsingskosten zijn ten laste van de deelnemers.

b. Het inschrijvingsrecht wordt vastgesteld door het BO en komt toe aan de inrichters. Deze laatste kan eveneens een verminderd inschrijvingsgeld bepalen voor bepaalde categorieën (vb. jeugd, titelhouders). De inrichters kunnen een verhoogd inschrijvingsgeld toepassen voor inschrijvingen die later dan één week voor aanvang van het toernooi gebeuren en voor betalingen ter plaatse, mits dit aangekondigd staat op de uitnodigingen.

Artikel 27 – Tempo

Het speeltempo bedraagt 3 minuten plus 2 secondes increment per zet vanaf zet 1. De Verantwoordelijke Nationale Toernooien kan een ander tempo goedkeuren.

Artikel 28 – Titels en prijzen

b. De bepaling van het aantal prijzen, evenals de verdeling ervan, valt onder de bevoegdheid van het BO.

c. Minstens 80% van de inschrijvingsgelden moeten in geldprijzen uitgekeerd worden.

Nationale Rapidkampioenschappen

Artikel 28bis

a. Deelname

De voorwaarden tot deelname zijn dezelfde als deze bepaald onder artikel 24 voor de nationale snelschaakkampioenschappen.

b. Inrichting

De nationale rapidkampioenschappen worden gespeeld op één dag. Volgens het aantal deelnemers worden ze betwist in één of meer reeksen, in een volledig toernooi of volgens het Zwitsers systeem.

c. Onkosten en inschrijving

  • De verplaatsingskosten zijn ten laste van de deelnemers.
  • Het inschrijvingsrecht wordt bepaald door het BO en komt toe aan de inrichters.
  • Het BO kan eveneens een verminderd inschrijvingsgeld bepalen voor bepaalde categorieën (vb. jeugd, titelhouders). De inrichters kunnen een verhoogd inschrijvingsgeld toepassen voor inschrijvingen die later dan één week voor aanvang van het toernooi gebeuren en voor betalingen ter plaatse, mits dit aangekondigd staat op de uitnodigingen.

d. Tempo

Het speeltempo bedraagt 10 minuten plus 5 secondes increment per zet vanaf zet 1. De Verantwoordelijke Nationale Toernooien kan een ander tempo goedkeuren.

e. Prijzen

  • De bepaling van het aantal prijzen, evenals de verdeling ervan, valt onder de bevoegdheid van het BO.
  • Minstens 80% van de inschrijvingsgelden moeten in geldprijzen uitgekeerd worden.

Nationale Fischerrandomkampioenschappen (Chess960)

Art. 28ter

  1. Reglement. De FIDE-regels voor Fischerrandom partijen zijn van toepassing.
  2. Het speeltempo van of snelschaakpartijen of rapidpartijen en het aantal rondes worden op voorhand vermeld.
  • Indien het speeltempo dat van snelschaakpartijen is, dan zijn de artikels van 24 tot en met 28 van toepassing.
  • Indien het speeltempo dat van rapidpartijen is, dan is het artikel 28bis van toepassing.
  1. De wijze waarop de loting voor de beginpositie van de stukken voor een ronde zal gebeuren en hoe deze beginpositie van de stukken aan de deelnemers zal worden meegedeeld, moet in de uitnodiging worden vermeld.

Nationale Interclubkampioenschappen

De clubs kunnen alle officiële mededelingen met betrekking tot de Nationale Interclubs vinden op de website www.frbe-kbsb-ksb.be. Het is via deze site dat ze hun gegevens dienen mede te delen (inschrijving van de ploegen, resultaten van de ontmoetingen,…) en kunnen kennis nemen van de samenstelling van de series, de spelerslijsten, de officiële resultaten, de boetes en van de eventuele wijzigingen van de datums of de plaats van de ontmoetingen in de loop van het seizoen.

Artikel 29 – Algemene bepalingen

De KBSB richt elk jaar een ploegenkampioenschap in.

a. Volgens het aantal ingeschreven ploegen kunnen er meerdere afdelingen voorzien worden.

b. Het BO bepaalt op voorstel van de Verantwoordelijke Nationale Toernooien minstens één seizoen op voorhand de data van elke ronde, de reservedata en de datum voor eventuele testwedstrijden. Later bepaalt zij eveneens de datum van afsluiting van de inschrijvingen. De ronden grijpen plaats tussen 1 september en 30 april.

c. Het BO beslist over de indeling der reeksen, op voorstel van de Verantwoordelijke Nationale Toernooien, en vermijdt zoveel mogelijk dat twee ploegen van eenzelfde club in dezelfde reeks worden ondergebracht. Hij voert de lottrekking uit. Wanneer toch twee ploegen van eenzelfde club in dezelfde reeks spelen, ontmoeten zij elkaar in of voor de eerste ronde.

d. Clubs hebben de mogelijkheid om, mits onderling akkoord, de datum en/of het uur van hun ontmoeting te vervroegen of de plaats ervan te wijzigen. Dit akkoord is geldig mits het schriftelijk (of per fax of per mail) met ontvangstbevestiging aan de Verantwoordelijke Nationale Toernooien werd gemeld zeven dagen voor de nieuw voorziene datum en behoudens verzet van laatstgenoemde drie dagen voor de nieuw voorziene datum. Alle partijen van een ontmoeting moeten op dezelfde plaats, dag en uur plaatsgrijpen. Enkel in geval van bewezen overmacht kan de Verantwoordelijke Nationale Toernooien anders beslissen.

e. Een club kan een aanvraag indienen bij de VNT om een wedstrijd van haar eerste ploeg te verplaatsen indien zij minstens twee spelers in die ploeg dient te missen wegens afvaardiging van de KBSB in een internationaal toernooi. Deze aanvraag dient gebeurd te zijn uiterlijk één week na de inschrijving door de club / spelers voor dat internationaal toernooi (bij de KBSB). De VNT zal zo vlug mogelijk de betrokken clubs meedelen naar welke reservedatum die datum verschoven wordt.

f. De prijzen toegekend aan de winnaars van elke reeks worden vastgesteld door het BO*.

*Eerste afdeling: € 500, 300, 175, 100 plus inschrijving aan European Club Cup indien deelname (€ 300); Tweede afdeling: € 300, 175, 100, 60; Derde afdeling: € 175, 100, 60, 40; 4de afdeling: € 100, 60, 40, 25; 5de afdeling: € 60, 40, 25, 15, telkens voor plaatsen 1 tot en met 4 in elke reeks.

g. De KBSB kan voorzien om alle ontmoetingen van een ronde van eerste en/of tweede afdeling op 1 plaats te organiseren.

h. De volgende definities zijn van toepassing op het reglement van de nationale interclubs:

  • Titularis: een speler die op de spelerslijst gekoppeld wordt aan een ploeg.
  • Effectieve speler: een speler die in een bepaalde ronde in een ploeg speelt.

Artikel 30 – Inschrijvingen

a. De inschrijvingen dienen te gebeuren bij de Verantwoordelijke Nationale Toernooien.

b. Het inschrijvingsrecht per ploeg, dat gelijktijdig aan de nationale penningmeester moet gestort worden, wordt bepaald door het BO.

c. Elke club die Artikel 12d niet naleeft, zal geweigerd worden.

Artikel 31 – Samenstelling van de ploegen

a. De ploegen bestaan uit acht spelers in afdeling I en II, uit zes spelers in afdeling III en uit vier spelers in afdeling IV en V.

b. Elke deelnemende club moet aan de Verantwoordelijke Nationale Toernooien, binnen de door hem bepaalde termijn en in het door het BO bepaald formaat en via het door het BO bepaald medium, een spelerslijst bezorgen. De spelers zullen opgesteld worden op basis van de laatst verschenen nationale of FIDE-klassering. Voor deze opstelling mag echter de quotering van elke speler met 100 punten verhoogd of verlaagd worden (=aangepaste ELO). Om informaticaredenen mag geen enkele speler van een zelfde club dezelfde aangepaste ELO hebben op de spelerslijst.

Geldig vanaf seizoen 2024-2025:

De club kan aan elke ploeg tot X + 2 titularissen toewijzen aan elke ploeg van 4 spelers, tot X + 3 titularissen aan elke ploeg van 6 spelers en tot X + 4 titularissen aan elke ploeg van 8 spelers. X is het aantal spelers dat elke ronde moet opgesteld worden zoals beschreven in artikel 31a. Een speler kan maar in 1 ploeg als titularis staan.

c. Wanneer op de lijst spelers van een andere hoofdclub voorkomen, moet het nummer van die club achter de spelersnaam vermeld worden.

Elke deelnemende club kent op zijn spelerslijst een aangepaste ELO aan de niet-geklasseerde spelers toe. Dit ELO-cijfer, gebaseerd op de geschatte sterkte van de speler, kan minimaal 1000 en maximaal 1800 zijn. Deze aangepaste ELO is geldig voor de ganse interclubcompetitie.

Spelers met een voorlopige quotering worden niet beschouwd als niet-gequoteerde. Echter spelers met een quotering lager dan 1150 krijgen een aangepaste elo van 1150 waarop dan ook de 100-puntenregeling mag toegepast worden. In België niet-gequoteerde buitenlanders, wel gequoteerd in hun land, worden op de lijst ingelast op de plaats die overeenstemt met hun FIDE-quotering of indien onbestaand met de quotering in hun land.

De visueel gehandicapte spelers die eventueel op de lijst staan moeten door een overeengekomen teken worden aangeduid. Dit geldt ook voor de motorische mindervaliden zoals rolstoelpatiënten. De manier waarop deze spelers in de lijsten worden aangeduid moet door de Verantwoordelijke Nationale Toernooien bepaald worden ter gelegenheid van de jaarlijkse aankondiging van de nationale interclubs die de data en de inschrijvingsmodaliteiten aan de clubs vermeldt.

d. Om te mogen opgesteld worden, moet een speler aangesloten zijn bij een club die lid is van KBSB.

e. De Verantwoordelijke Nationale Toernooien controleert de hem toegezonden spelerslijsten en verbetert ze. De verbeterde spelerslijsten worden voor aanvang van de competitie aan alle clubs ter beschikking gesteld via het door het BO bepaald medium.

f. Voor de ontmoeting wordt de opstelling van de ploegen door de kapiteins uitgewisseld (iedere ploegkapitein kan bij wijze van controle de identiteitskaarten van de tegenstrevers vragen.). Spelers van een ploeg waarvan de opstelling niet volledig wordt bekendgemaakt, mogen hun partij niet aanvangen, terwijl hun klokken wel in gang gebracht worden. Indien de opstelling van beide ploegen niet bekend gemaakt zijn, worden de klokken van de witspelers in gang gebracht. Eenmaal een partij begonnen is, kan de opstelling van de ploegen niet meer veranderd worden. Om een gemakkelijke toepassing van dit punt toe te laten, dienen de borden genummerd te zijn.

g. Elk jaar kan op 3 november en 3 januari de spelerslijst in fine vervolledigd worden met Belgische spelers die nog geen ELO-quotering hebben en die zich voor de eerste maal aansloten bij een club van de KBSB na 15 september voorafgaand.

Hiertoe dient elke club die van deze mogelijkheid gebruik wil maken ten laatste op 2 november of 2 januari een nieuwe lijst, bepaald volgens voorgaande paragraaf bij de Verantwoordelijke Nationale Toernooien te doen toekomen.

De aangepaste spelerslijsten dienen opgestuurd te worden naar de Verantwoordelijke Nationale Toernooien in het formaat en op de wijze zoals door hem bepaald. Van zodra de spelerslijsten door hem gepubliceerd zijn via het door het BO bepaald medium, zijn deze spelers speelgerechtigd.

Artikel 32 – Indeling der reeksen

a. Afdeling I : Het aantal ploegen bedraagt twaalf. De laatste twee gerangschikten dalen naar afdeling II.

b. Afdeling II : Het aantal ploegen bedraagt vierentwintig. Zij worden in twee gelijke reeksen ingedeeld. De winnaar van elke reeks stijgt naar afdeling I. De laatste twee gerangschikten van elke reeks dalen naar afdeling III.

c. Afdeling III : Het aantal ploegen bedraagt achtenveertig. Zij worden in vier gelijke reeksen ingedeeld. De winnaar van elke reeks stijgt naar afdeling II. De laatste twee gerangschikten van elke reeks dalen naar afdeling IV.

d. Afdeling IV : Het aantal ploegen bedraagt zesennegentig. Zij worden in acht gelijke reeksen ingedeeld. De winnaar van elke reeks stijgt naar afdeling III. De laatste twee gerangschikten van elke reeks dalen naar afdeling V.

e. Afdeling V : Volgens het aantal ingeschreven ploegen worden verschillende reeksen van maximum twaalf ploegen gevormd. De eerste van elke reeks stijgt naar afdeling IV. De juiste modaliteiten van stijgen worden door het BO bepaald vóór aanvang van de competitie in functie van het aantal reeksen in afdeling V.

f. Iedere ploeg die zich nieuw inschrijft of die zich na één of meerdere jaren onderbreking opnieuw inschrijft, zal in afdeling V moeten starten. Elke club waarvan een ploeg het voorgaande seizoen forfait heeft gegeven, zal bij de inschrijvingen van het daaropvolgende seizoen het aantal ploegen met één moeten verminderen, tenzij de Verantwoordelijke Nationale Toernooien anders zou beslissen op basis van een ingediend dossier.

g. Wanneer in een afdeling één of meer plaatsen vrij zijn, worden die ingenomen door de best gerangschikte tweeden uit de onmiddellijk lagere afdeling van de eindstand uit de vorige competitie. Men beschouwt als best gerangschikte tweede de ploeg met het beste coëfficiënt matchpunten. Dit coëfficiënt wordt berekend door het aantal behaalde matchpunten te delen door het aantal ontmoetingen verrekend in de eindstand. Wanneer dan nog gelijkheid bestaat, wordt hetzelfde principe toegepast op de bordpunten. Bij nieuwe gelijkheid gebeurt er door de Verantwoordelijke Nationale Toernooien een lottrekking tussen de betrokken ploegen. Indien er meer plaatsen vrij zijn dan dat er tweedes zijn, dan wordt verder gegaan met de best gerangschikte derden enz.

h. Een club mag niet meer dan één ploeg hebben in eerste afdeling. Indien een ploeg van een club kampioen wordt in tweede afdeling en deze club heeft reeds een ploeg in eerste afdeling, dan mag deze ploeg niet promoveren. Haar plaats zal ingenomen worden door de beste eindigende ploeg uit dezelfde reeks die hiervoor in aanmerking komt

i. Een club mag één van zijn ploegen vrijwillig laten degraderen. Maar dan komt deze ploeg gedurende de twee daaropvolgende seizoenen niet in aanmerking voor een promotie of voor om het even welk prijzengeld, tenzij de VNT anders zou beslissen op basis van een ingediend dossier. Indien een club één of meerdere ploegen in een hogere afdeling dan de afdeling van zijn laagste ploeg niet meer wil inschrijven, dan wordt voor elke ploeg de eerstvolgende ploeg van die club onder die hoger afdeling beschouwd als zijnde vrijwillig gedegradeerd tenzij de Verantwoordelijke Nationale Toernooien anders zou beslissen op basis van een ingediend dossier.

j. Het BO beslist in alle niet voorziene gevallen.

Artikel 33 – Opstelling van de spelers

a. De spelers moeten verplicht opgesteld worden volgens de volgorde op de op voorhand ingediende spelerslijst (zie art. 31.b) (of eventuele aanvullingen (zie art. 31.g)). Wanneer ploegen uitkomen in verschillende afdelingen, mogen de titularissen van ploeg I in geen andere ploeg spelen; de titularissen van ploeg II mogen slechts in ploegen I en II spelen, en zo verder. Wanneer meer ploegen van een zelfde club in een zelfde afdeling spelen, mogen de titularissen van één ploeg niet spelen in een andere ploeg uit dezelfde afdeling.

b. Wanneer meerdere ploegen van een zelfde club in een zelfde reeks spelen, mogen de reserven gedurende de ganse competitie maar voor één van die ploegen uitkomen. Elke inbreuk op deze regel betekent voor de onregelmatig opgestelde speler verlies van de partij door forfait.

c. Bij een fout in de rangorde van opstelling van de spelers, verliest de te laag opgestelde speler de partij met forfait.

d. Geldig vanaf seizoen 2024-2025: Elk team mag elke ronde titularissen en zoveel reservespelers opstellen als nodig is in een ploeg. Die reservespelers mogen bij de datum van het indienen van de spelerslijst geen FIDE-rating (indien geen FIDE-rating, dan wordt de Belgische rating genomen) hebben die hoger is dan:

  • 2350 in eerste klasse
  • 2150 in tweede klasse
  • 2050 in derde klasse
  • 1900 in vierde klasse
  • 1750 in vijfde klasse

Deze grenzen worden jaarlijks voor aanvang van het seizoen door het BO bepaald als de gemiddelde elo van de teams per afdeling van vorig seizoen, verhoogd met 50 tot 100 elo om zo op een afgerond getal eindigend op 50 of 00 te komen

e. Bij opstelling van een niet-gerechtigde speler verliest de speler die partij door forfait. Bij herhaling tijdens eenzelfde competitie verliest de betrokken ploeg de wedstrijd met forfait en de bij artikel 35c voorziene sancties zijn van toepassing. Als niet-gerechtigde speler wordt beschouwd hetzij een speler die niet voorkomt op de door de Verantwoordelijke Nationale Toernooien goedgekeurde spelerslijst, hetzij een speler die niet meer aangesloten is op het ogenblik van zijn opstelling, hetzij een door de KBSB geschorste speler.

f. Geen speler mag opgesteld worden in twee ontmoetingen die aanvankelijk op dezelfde datum voorzien waren.

g. Wanneer meerdere ploegen van eenzelfde club deelnemen, mag bij elke ontmoeting de gemiddelde ELO van een ploeg in een hogere afdeling niet lager zijn dan de gemiddelde ELO van de ploeg(en) van dezelfde club in een lagere afdeling(en). Deze regel geldt niet tussen de 4de en de 5de afdeling. De berekening van het ELO-gemiddelde van de ploegen van een club gebeurt op basis van de aangepaste ELO’s van elk van de spelers, zoals vermeld op de spelerslijst die voor de aanvang van de competitie door de club werd ingediend. Een nieuw ELO-klassement heeft met andere woorden geen invloed op de berekening van het gemiddelde.

Een eerste overtreding wordt bestraft voor de betrokken ronde met een forfait voor alle borden van de ploegen van dezelfde club die een hogere ELO-gemiddelde hebben dan één van hun ploegen uit een hogere afdeling. Zulk een forfait is echter niet onderhevig aan de voorziene sancties in artikel 35. Een volgende overtreding in hetzelfde seizoen voor ploegen die wederom een hoger ELO-gemiddelde hebben dan ploeg(en) uit hogere afdelingen heeft wel de automatische uitsluiting voor dat seizoen tot gevolg.

f. Wanneer tijdens de competitie blijkt dat een speler die als niet-gequoteerde werd aangesloten toch een quotering had op het ogenblik van opstelling van de spelerslijst, verliest hij alle door hem tot dan toe gespeelde partijen door forfait. Bovendien kan hij van dan af worden uitgesloten van de competitie. Indien niet wordt de speler op die plaats op de spelerslijst geplaatst die overeenstemt met zijn elo, tenzij als de VNT er anders over beslist.

Artikel 34 – Tempo

Het Fischertempo voor alle partijen bedraagt 90 min. voor 40 zetten gevolgd door 30 min. voor de rest van de partij met toevoeging van 30 sec. per zet vanaf zet 1.

Indien in een partij een slechtziende speler aantreedt, wordt op zijn vraag een traditionele klok gebruikt. Het aangepast tempo is dan 40 zetten in 2u gevolgd door 30 min QPF (Quick Play Finish).

Artikel 35 – Forfaits

a. Onder forfait verstaat men elke, om welke reden ook, niet gespeelde partij of gespeeld in onregelmatige omstandigheden (artikel 33. b, c en d) behalve bij officieel uitstel door de Verantwoordelijke Nationale Toernooien of bij verschuiving wegens niet te voorziene omstandigheden, aanvaard door de Verantwoordelijke Nationale Toernooien (zie artikel 35. c, 4de alinea).

b. Voor elke forfait op een bord krijgt de club een boete waarvan het bedrag bepaald wordt door het BO. Voor een ploeg die zich aanbiedt met minder dan de helft van de vereiste spelers wordt forfait toegepast, in dat geval gaat het om een ploegforfait*.

*Op datum van de huidige editie bedraagt het bedrag voor een aangekondigde forfait € 145, 115, 90, 75, 60, 60, 60, 60 volgens bord in eerste afdeling; € 115, 90, 70, 45, 30, 30, 30, 30 volgens bord in tweede afdeling; € 30 in derde afdeling en € 15 in vierde en vijfde afdeling. De club die speelt tegen een aangekondigde forfait, krijgt geen schadeloosstelling meer. Het bedrag voor een onaangekondigde forfait bedraagt € 175, 145, 120, 105, 90, 90, 90, 90 volgens bord in eerste afdeling; € 145, 120, 100, 75, 60, 60, 60, 60 volgens bord in tweede afdeling; € 45 in derde afdeling en € 20 in vierde en vijfde afdeling. De thuisclub die speelt tegen een onaangekondigde forfait gegeven door de club op verplaatsing, krijgt geen schadeloosstelling meer. Daarentegen de uitclub die speelt tegen een onaangekondigde forfait gegeven door de thuisclub, krijgt 50% van de boete als schadeloosstelling.

c. Op elk ploegforfait in een ronde staat een boete, waarvan het bedrag bepaald wordt door het BO.

Behalve voor de laatste ronde, brengt elk ploegforfait de uitsluiting uit de competitie mee voor die ploeg, de vernietiging van al haar uitslagen en die van al haar tegenstanders, en de afdaling naar de lagere afdeling.

Elke ploegforfait tijdens de laatste ronde brengt de uitsluiting uit de competitie mee en de afdaling naar de lagere afdeling, al haar uitslagen (zowel matchpunten als bordpunten) worden vernietigd, maar de behaalde uitslagen van al haar tegenstanders worden niet vernietigd.

Elke ploegforfait brengt de toepassing van artikel 32.f met zich mee.

Uitzonderlijk kan worden afgeweken van de maatregelen, voorzien in de voorgaande alinea’s, wanneer de betrokken speler of ploeg kan bewijzen dat dit forfait te wijten is aan uitzonderlijke omstandigheden, onafhankelijk van haar wil (bijv. onverwachte wagenpech, verkeersongeval, enz.). In dit geval moet het verzoek tot niet-toepassing van voormelde maatregelen door de club gericht worden aan de Verantwoordelijke Nationale Toernooien, binnen de acht dagen volgend op de ontmoeting.

In geval bij een ploegforfait het verzoek aanvaard wordt en behalve voor de laatste ronde (waar de forfaitscore behouden wordt), kan de ontmoeting gespeeld worden op een nieuwe datum die door de Verantwoordelijke Nationale Toernooien zal bepaald worden.

d. Indien een ploeg uit afdeling I, II of III forfait geeft, terwijl volgens de rangschikking het mathematisch niet meer mogelijk is de degradatie naar een lagere afdeling te ontlopen, zal deze ploeg naar twee afdelingen lager degraderen. De vrijgekomen plaats in de lagergelegen afdeling wordt ingenomen door de beste tweede van de daarop lagere afdeling.

Artikel 36 – Uitslagen

a. De thuisploeg dient de individuele uitslagen tegen middernacht van de dag van die ronde via de module Resultaten binnen Interclubs Manager op de website www.frbe-kbsb-ksb.be in te geven en te bevestigen. De uitploeg dient deze uitslagen te ondertekenen tegen 12u ‘s anderendaags. In geval van correcties dient de uitploeg deze ook door te voeren tegen 12u. De verantwoordelijke van de thuisclub zal hiervan een mail krijgen en dient dan zelf deze correcties te bevestigen tegen 20u.

Opdat de pers over deze resultaten zou kunnen berichten in de maandagkrant, is er bijkomend de verplichting voor de thuisploegen uit eerste afdeling om de ploeguitslagen vóór 21u op de dag van de ronde te sms-en naar de VNT. Deze zal de ploeguitslagen en de stand naar de pers doorsturen rond 21u.

b. De Verantwoordelijke Nationale Toernooien of zijn vertegenwoordiger stelt de uitslagen binnen de dag na die ronde beschikbaar op het door het BO bepaald medium.

c. Elke vertraging bij het doorzenden van de uitslagen en elke zending van onjuist ingevulde gegevens wordt beboet met een bedrag bepaald door het BO.

Artikel 37 – Rangschikking

a. De rangschikking wordt opgemaakt volgens het behaald aantal matchpunten; bij gelijkheid tussen twee of meerdere ploegen beslist het aantal bordpunten. Bij nieuwe gelijkheid tussen twee of meerdere ploegen worden testwedstrijden gespeeld wanneer een titel, promotie, degradatie of afvaardiging ervan afhangen (waarbij de VNT de verdere modaliteiten zoals speelvorm (een gewone ontmoeting bij twee ploegen, een Hutton-toernooi bij meerdere ploegen), lottrekking voor de kleur, neutrale locatie, eventueel gereduceerd speeltempo, … bepaalt), zo niet wordt het Sonnenborn-Berger systeem voor ploegen toegepast op de matchpunten en vervolgens, indien nodig, op de bordpunten.

b. Voor de matchpunten geldt volgend systeem : winst = 2 punten, gelijkspel = 1 punt, verlies = 0 punten. Voor de bordpunten geldt volgend systeem: winst = 1 punt, remise = 0,5 punt, verlies = 0 punten. Winst/gelijkspel/verlies voor de matchpunten wordt bepaald door de bordpunten per ploeg (na controle door de VNT) op te tellen en het totaal met elkaar te vergelijken.

c. Bij volledige ploegforfait wordt de uitslag vastgesteld op 2-0 voor de matchpunten, en voor de bordpunten op 8-0 voor een ploeg van 8 spelers, op 6-0 voor een ploeg van 6 spelers en op 4-0 voor een ploeg van 4 spelers.

d. Voor elke testwedstrijd bepaalt de Verantwoordelijke Nationale Toernooien de modaliteiten. Hij bepaalt het lokaal (neutraal terrein) waar die wedstrijd dient gespeeld te worden. Hij doet de lottrekking om te bepalen welke ploeg wit heeft op het eerste bord. Hij zorgt zelf dat er een wedstrijdleider wordt aangeduid door de voorzitter van de CIS.

Indien de testwedstrijd op een gelijkheid eindigt, dan dient via lottrekking een scheiding gemaakt te worden.

Enkel de spelers die op de spelerslijst staan en die minstens drie maal gespeeld hebben voor deze ploeg, zijn gerechtigd om in deze testwedstrijd te spelen.

De volgorde van de opstelling van de spelers wordt bepaald door dezelfde spelerslijst die het hele seizoen van kracht was.

Artikel 38 – Lokaal en speelvoorwaarden, wedstrijdvereisten en voorbehoud

a. De thuisploeg dient te zorgen voor een lokaal met normale speelvoorwaarden. Zij zorgt er voor dat spellen, borden, klokken en notatieformulieren klaar staan op het voorziene aanvangsuur van de partijen. Bij de inschrijving voor de competitie wordt elke club verplicht een aantal inlichtingen over de toegankelijkheid van zijn lokaal in te dienen. Er zal o.a. vermeld worden of het speellokaal voor motorisch mindervaliden zoals rolstoelpatiënten gemakkelijk toegankelijk is. De precieze inlichtingen die dienen ingediend te worden, zullen door de Verantwoordelijke Nationale Toernooien bepaald worden in de jaarlijkse aankondiging van de nationale interclubs die aan de clubs de data en de inschrijvingsmodaliteiten vermeldt.

b. Het aanvangsuur van de ontmoeting moet strikt nageleefd worden.

c. Elke thuisploeg waarvan het materiaal niet tijdig klaar staat zal de vertraging ten laste moeten nemen. Deze tijd zal afgetrokken worden van de bedenktijd van alle spelers van de thuisploeg.

d. De gebruikte klokken moeten van een door de FIDE erkend model zijn.

e. De thuisploeg moet een lid beschikbaar stellen voor het noteren van de partijen bij wederzijdse tijdnood. Dit lid mag deze functie evenwel niet inroepen voor tussenkomsten die behoren tot de bevoegdheid van een wedstrijdleider (vb. hij heeft niet het recht te wijzen op het vallen van een vlag)

f. De ploegkapitein mag slechts tussenkomen om een voorstel van remise vanwege zijn speler goed te keuren of af te wijzen. Hij heeft niet het recht om vb. op het vallen van een vlag te wijzen.

g. De thuisploeg dient voldoende notatieformulieren ter beschikking te stellen voor alle spelers. Voor partijen uit eerste afdeling worden doorslag-notatieformulieren ter beschikking gesteld (aan te vragen bij de voorzitter van de Commissie van Internationale Scheidsrechters (CIS)). Hierbij geldt, in eerste afdeling, de verplichting om het origineel notatieformulier af te geven aan de thuisclub. Deze dient de partijen in te geven en elektronisch door te sturen. Zowel de persoon naar wie als het formaat waarin als het tijdsbestek waarbinnen deze partijen dienen opgestuurd te worden, worden door het BO bepaald. De aangeduide persoon verzamelt alle ingezonden partijen en plaatst deze op een website.

h. De thuisclub dient de laatste versie van de Engelstalige, Nederlandstalige, Franstalige en Duitstalige FIDE-reglementen aanwezig te hebben in het clublokaal, alsook de laatste versie van de KBSB-wedstrijdreglementen.

i De thuisclub dient ook de borden te nummeren (zie art. 31.f). Daarnaast dient zij ook op een centrale plaats (vb. informatiebord, schoolbord, grote affiche, …) een overzicht te hebben van de namen van de spelers van alle partijen uit alle ontmoetingen; de uitslagen van de gespeelde partijen dienen hierop eveneens bijgehouden te worden.

j . Ieder voorbehoud vanwege de bezoekers omtrent het lokaal, de speelvoorwaarden, de wedstrijdvereisten en andere moet voor aanvang van de wedstrijd schriftelijk geformuleerd worden en door de kapitein van de thuisploeg mede ondertekend worden voor kennisname. Voorbehoud nopens feiten die zich voordoen tijdens de wedstrijd dienen zo vlug mogelijk op dezelfde wijze te worden behandeld. Dit document dient binnen de drie werkdagen bij de Verantwoordelijke Nationale Toernooien toe te komen. Het ondertekenen is puur voor kennisname en houdt geen schuldbekentenis of dergelijke in. Daarom mag dit nooit geweigerd worden. Indien volgens de ondertekenaar de neergeschreven versie niet strookt met zijn versie, dan dient hij zijn versie eveneens op te schrijven, die te laten ondertekenen door de tegenpartij voor kennisname en die in dezelfde termijn op te sturen naar de Verantwoordelijke Nationale Toernooien.

Artikel 38bis – Arbitrage

Per ontmoeting dient er steeds een verantwoordelijke van de ontmoeting te zijn. Eenzelfde persoon kan ook verantwoordelijk zijn voor meerdere ontmoetingen.

Officieel aangeduide scheidsrechters

a. Voor elke ontmoeting uit 1ste afdeling wordt door de voorzitter van de Commissie van Internationale Scheidsrechters (CIS) een scheidsrechter aangeduid. Indien de Verantwoordelijke Nationale Toernooien het nodig acht wegens het belang van de wedstrijd, dan kan hij eveneens een scheidsrechter aanvragen bij de voorzitter van de CIS voor ontmoetingen uit andere afdelingen. De lijst van de ontmoetingen met aangeduide arbiters wordt via een door het BO bepaald medium gepubliceerd.

b. Elke scheidsrechter ontvangt een vergoeding voor zijn reiskosten en een dagvergoeding. Deze bedragen worden jaarlijks vastgelegd door het BO.

c. De scheidsrechter heeft de volgende taken :

  1. toe te zien op het verloop van de ontmoeting zoals voorzien in het FIDE-reglement.
  2. na te gaan of de speelomstandigheden aanvaardbaar zijn.
  3. de opstelling en uitslagen noteren, een rapport op te stellen over speelomstandigheden en getroffen beslissingen en dit alles over te maken aan de Verantwoordelijke Nationale Toernooien en aan de voorzitter van de Commissie van Internationale Scheidsrechters (CIS).

d. Indien een club niet akkoord gaat met een beslissing van de scheidsrechter, kan hij, binnen de 5 werkdagen, in beroep gaan bij de Verantwoordelijke Nationale Toernooien.

e. De thuisploegen verbinden er zich toe om, tenminste een uur voor de aanvang van de ontmoeting, de scheidsrechters toegang te verschaffen tot de speelzaal.

f. De scheidsrechter is eveneens verantwoordelijk voor alle ontmoetingen die in hetzelfde lokaal en op hetzelfde uur plaats vinden.

Verantwoordelijke van de ontmoeting

Wanneer een aangeduide scheidsrechter afwezig is (1ste afdeling) of wanneer er geen scheidsrechter is aangeduid (andere afdelingen), dan dienen de ploegkapiteins voor aanvang van de wedstrijden in onderling overleg met gezond verstand te bepalen wie in hun wedstrijd de taak van wedstrijdleider op zich neemt.

Het liefst dienen deze taken overgenomen te worden (in die volgorde) door een persoon die niet dient te spelen of door een erkende wedstrijdleider. Indien er geen bereidwillige wedstrijdleider of andere persoon gevonden wordt, dan dient één van de twee ploegkapiteins deze taak op zich te nemen. Indien de ploegkapitein van de uitploeg bij aanvang van de wedstrijd aanwezig is, dan is hij de verantwoordelijke van de ontmoeting; indien afwezig, dan neemt de ploegkapitein van de thuisploeg deze taak op zich.

De verantwoordelijke van de ontmoeting mag echter enkel ingrijpen om een normaal spelverloop mogelijk te maken of in gevallen waar hij gevraagd wordt. (Dus niet zelf ingrijpen bij het vallen van een vlag, bij een onreglementaire zet, of …).

In geval de verantwoordelijke van de ontmoeting een speler is, dan mag in geval hij dient in te grijpen, zijn klok stilgezet worden.

Indien een club niet akkoord gaat met een beslissing van de verantwoordelijke van de ontmoeting, kan hij, binnen de 5 werkdagen, in beroep gaan bij de Verantwoordelijke Nationale Toernooien.

Volgende praktische schikkingen zijn ook van toepassing :

  • De scheidsrechter of de verantwoordelijke van de ontmoeting moet alles doen om het theoretische beginuur van de partijen, dat door de Verantwoordelijke Nationale Toernooien voor de competitie wordt vastgesteld, te respecteren. Indien, voor redenen onafhankelijk van zijn wil, dit theoretisch beginuur niet gerespecteerd kan worden, beslist de scheidsrechter of de verantwoordelijke van de ontmoeting over het effectieve beginuur van de partijen en over het verminderen van de tijden op de klok. Met in acht name van artikel 31.f wordt, indien de witspeler afwezig is, zijn klok in werking gesteld, ook al is de zwartspeler niet aanwezig; indien de witspeler aanwezig is en de zwartspeler afwezig, dan wordt de klok van de zwartspeler in werking gesteld, nadat de witspeler zijn zet heeft uitgevoerd.
  • Wat het roken in de speelzaal betreft is het KBSB reglement van toepassing. Het is ook geldig voor andere ontmoetingen in dezelfde zaal.
  • Een scheidsrechter of verantwoordelijke van de ontmoeting kan een wedstrijd vanwege onaanvaardbare spelcondities niet laten doorgaan. Hij dient dan per ontmoeting, een rapport op te stellen, ondertekend door de twee ploegkapiteins en op te sturen naar de Verantwoordelijke Nationale Toernooien. Deze zal dan een beslissing nemen omtrent het herspelen of het verloren verklaren van de ontmoeting of hij zal eender ander passende beslissing nemen.

Internationale Toernooien

De artikels 39 tot 42bis hebben geen betrekking op de internationale toernooien die voorbehouden zijn voor spelers jonger dan 20 jaar.

Artikel 39 – Algemene schikkingen.

  1. De zending van één ploeg en/of van meerdere spelers als vertegenwoordiging van de KBSB naar een internationale competitie hangt af van de volgende voorwaarden:a. Van de selectiecriteria gespecificeerd voor elke competitie in artikels 40 tot 42bis.b. Van de reglementen van de FIDE, van de ECU en van de organisatoren.c. Van de reglementen en het budget van de KBSB of externe financieringen.d. De KBSB (het BO) behoudt zich het recht voor om niet deel te nemen aan een competitie indien bijvoorbeeld blijkt dat:
    1. de plaats van de competitie zich bevindt in oorlogsgebied (ook burgeroorlog)
    2. de beschikbare vervoersmogelijkheden niet beantwoorden aan gepaste veiligheidsnormen
    3. er te weinig financiële middelen beschikbaar zijn.
  2. De beslissing om deel te nemen aan een competitie komt toe aan het BO van de KBSB op voordracht van de Verantwoordelijke van de Internationale Toernooien. Deze laatst bewerkstelligt de beslissing van het BO.
  3. a) De selectie van de spelers die op de Belgische lijst van de FIDE-ratinglijst staan, gebeurt volgens art. 11 b. en 11 c., men neemt de beschikbare lijst zoals vermeld in punt 13.b) De opstelling van de spelers wordt bepaald in onderling overleg via de ploegkapitein. Indien er geen consensus is, beslist de Verantwoordelijke Internationale Toernooien (conform art. 41.c).
  4. Een persoon met de Belgische nationaliteit moet voorkomen op de lijst FIDE ELO BEL.
  5. Een persoon met een andere dan de Belgische nationaliteit kan niet geselecteerd worden als speler van de delegatie van de KBSB, tenzij deze op de FIDE ELO-lijst als Belg staat en gedomicilieerd is in België vanaf tenminste 1 januari van het jaar voorafgaand aan dat waarin de competitie plaats vindt.
  6. Daarenboven om verkiesbaar te zijn moet een speler tijdens de vijf jaar die voorafgaan aan de limietdatum van het selectiejaar bepaald in art. 39.3:
  • ten minste 30 partijen gespeeld te hebben ofwel in België waarbij die partijen verwerkt werden voor standaard FIDE-ELO, ofwel in het buitenland waarmee hij België vertegenwoordigde op een officieel FIDE- of ECU-event, ofwel een mix van de twee, en
  • minstens eenmaal deel genomen hebben aan het Belgisch kampioenschap (Jeugd, Experts, Dames of Open).

Indien één van deze twee voorwaarden niet is vervuld, maar indien de speler wel de andere voorwaarde twee maal heeft vervuld (dus minstens 60 partijen of twee maal deelname aan een BK), dan staat dit gelijk aan het vervuld zijn van beide voorwaarden*.

*Aangepast op vraag van de beroepscommissie KBSB naar aanleiding van een niet selectie van één van de beste spelers van België ingevolge een vorige versie van dit artikel. Bedoeling was dat spelers die nooit actief zijn in België ook niet in de ploeg horen. Later is dit gewijzigd en nu moeten spelers die niet actief zijn in België op zijn minst éénmaal hebben meegedaan aan een BK.

  1. Voor de open competities is een minimum FIDE ELO van 2250 vereist om geselecteerd te worden (zie art. 11.b).
  2. Voor de competities uitsluitend voorbehouden aan de dames is een minimum FIDE ELO van 1800 (zie art. 11.b) vereist om geselecteerd te worden.
  3. Telkens wanneer beroep gedaan wordt op de kampioen of de kampioene van België, gaat het om de titelvoerend kampioen of kampioene; punt 13 is van toepassing. Als het gaat om een tweejaarlijks evenement (bijvoorbeeld het Europees ploegenkampioenschap en de Olympiades), hebben de kampioenen van België van de twee voorafgaande jaren voorrang in de selectie.
  4. Om kapitein of begeleider te zijn van de delegatie is op het vlak van nationaliteit en voorkomen op de lijst FIDE BEL geen enkele voorwaarde vereist.
  5. De Verantwoordelijke van de Internationale Toernooien legt in functie van voorgaande criteria en de beslissingen van het BO van de KBSB de voorziene modaliteiten vast voor de verplaatsing, het verblijf, de organisatie van de delegatie van de KBSB en de terugbetaling van de kosten van de leden van deze delegatie. De Verantwoordelijke van de Internationale Toernooien communiceert de modaliteiten via de website en/of schriftelijk en/of per e-mail aan elk lid van de delegatie van de KBSB (spelers, eventuele kapitein, eventuele begeleider). Deze leden zijn verplicht de modaliteiten schriftelijk of via e-mail te aanvaarden. De Verantwoordelijke van de Internationale Toernooien kan een speler die deze modaliteiten weigert te aanvaarden, niet selecteren, tenzij hij met deze persoon een andere regeling kan treffen die de KBSB in niets benadeelt.
  6. De Commissie voor Geschillen kan in het bezit gesteld worden van een beroep tegen de beslissingen van de Internationale Verantwoordelijke en van het BO, in dezelfde mate en op dezelfde manier als deze in bezit gesteld kan worden van een beroep tegen beslissingen van de Verantwoordelijke van de Nationale Toernooien en het BO aangaande toernooien georganiseerd in België door de KBSB.
  7. Het BO bepaalt de einddatum en de procedure van inschrijving van de kandidaturen van de spelers, kapiteins of de eventuele begeleiders.
  8. Aan spelers die hun deelname na de bevestiging alsnog annuleren, zullen (behalve in geval van overmacht) de kosten als gevolg van deze annulering verhaald worden.

Artikel 40 – Individueel Europees Open- en Dameskampioenschap en/of Zonetoernooi met kwalificatie voor het Individueel Wereldkampioenschap

De Internationale Verantwoordelijke zorgt voor de inschrijving van alle geïnteresseerde spelers. De inschrijvingsbedragen zijn ten laste van de spelers tenzij een andersluidende beslissing van het BO van de KBSB genomen wordt. Bovendien moeten de betrokken spelers zich ertoe verbinden om de reglementen van de ECU en de FIDE te respecteren en om de KBSB schadeloos te stellen o.a. in geval ze zich na inschrijving zouden terugtrekken.

Indien een kandidaat aan één van de voorwaarden van artikel 39 niet beantwoordt, heeft hij/zij geen voorrang op de kandidaten die wel aan alle voorwaarden beantwoorden. In geval er meerdere zulke kandidaten zouden zijn, wordt de volgorde van hen bepaald door FIDE-elo volgens art. 11 b) en c). Selectievolgorde: ELO in dalende volgorde volgens artikel 11.b en 11.c.

Als in de bepalingen van de FIDE, de ECU of de organisatie het aantal gekwalificeerde spelers beperkt wordt, zal de Internationale Verantwoordelijke voorrang geven aan de kampioen of de kampioene van België (indien zij aan de minimum ELO-voorwaarden van artikel 39 beantwoorden) en daarna aan de andere kandidaten in dalende volgorde van ELO.

Artikel 41 – FIDE of ECU Internationale ploegentoernooien.

a) Om een openploeg te kunnen afvaardigen op één van deze twee competities, moet er voldaan zijn aan de volgende voorwaarde : er dient een complete ploeg van spelers te zijn die beantwoorden aan de condities bepaald in artikel 39.

b) Om een vrouwenploeg te kunnen afvaardigen op één van deze twee competities, moet er voldaan zijn aan de volgende voorwaarde : er dient een complete ploeg van speelsters te zijn die beantwoorden aan de condities bepaald in artikel 39.

c) De volgorde van opstelling van de spelers is vastgelegd volgens de ELO-rangschikking bepaald in artikel 39. De ploegkapitein kan afwijken van deze volgorde van opstelling na alle spelers van een ploeg hiervoor geraadpleegd te hebben.

d) Het BO duidt de ploegkapitein aan. Dit kan één van de spelers zijn of niet. Het BO kan daarenboven ook een begeleider aanduiden.

e) De definitie van een minimale complete ploeg is een ploeg met als aantal spelers de spelers die elke ronde moeten spelen. Dus een ploeg zonder reservespelers en zonder coach.

f) Indien een kandidaat aan één van de voorwaarden van artikel 39 niet beantwoordt, heeft hij/zij geen voorrang op de kandidaten die wel aan alle voorwaarden beantwoorden. In geval er meerdere zulke kandidaten zouden zijn, wordt de volgorde van hen bepaald door FIDE-elo volgens art. 11 b) en c).

g) Selectievolgorde voor jaarlijkse internationale ploegentoernooien

  1. De huidige kampioen/e van België.
  2. ELO in dalende volgorde volgens artikel 11.b en 11.c

h) Selectievolgorde voor tweejaarlijkse internationale Ploegentornooien

  1. Kampioenen van België van de twee voorafgaande jaren in dalende volgorde van FIDE ELO volgens artikel 11.b en 11.c
  2. ELO in dalende volgorde volgens artikel 11.b en 11.c

Artikel 42 – Andere internationale toernooien.

Het BO van de KBSB kan beslissen dat zij zal deelnemen aan andere internationale competities, zowel individueel als per ploeg, die niet behandeld werden in de artikels 40 tot 41, op voorstel van de Internationale Verantwoordelijke. De samenstelling van de delegatie van de KBSB (spelers, speelsters, eventuele kapitein, eventuele begeleider) volgt de regels van artikel 39 en laat zich leiden door de vastgelegde artikels 40 en 41.

a. Indien een kandidaat aan één van de voorwaarden van artikel 39 niet beantwoordt, heeft hij/zij geen voorrang op de kandidaten die wel aan alle voorwaarden beantwoorden. In geval er meerdere zulke kandidaten zouden zijn, wordt de volgorde van hen bepaald door FIDE-elo volgens art. 11 b) en c).

b. Als in de bepalingen van de organisator het aantal uitgenodigde spelers beperkt is, zal de selectie gebeuren in dalende volgorde van ELO volgens artikel 11.b en 11.c

Artikel 42bis – Europabeker van clubs.

Artikel 39 is niet van toepassing op deze competitie.

De winnende club van het laatste Belgische Interclubkampioenschap voor de sluiting van de inschrijvingen, is geplaatst voor de Europabeker van Clubs, georganiseerd door de « European Chess Union » (ECU).

Andere clubs kunnen ook geplaatst zijn voor deze competitie overeenkomstig de reglementen van de ECU.

Ingeval dat één of meerdere geplaatste clubs afstand doen van dit recht, kunnen ze slechts vervangen worden door clubs die binnen de zes eersten eindigden op het laatste Belgisch Interclubkampioenschap.

Op hun vraag schrijft de Internationale Verantwoordelijke de geplaatste clubs in voor deze competitie. De inschrijvingsbedragen zijn ten laste van de clubs tenzij een andersluidende beslissing van het BO van de KBSB. De ingeschreven clubs verbinden zich ertoe om de reglementen van de FIDE, de ECU of de organisatie te respecteren en om de KBSB schadeloos te stellen o.a. in geval ze zich na inschrijving zouden terugtrekken.

Artikel 42ter

Indien er nieuwe formats uitkomen of afwijkingen komen zowel op FIDE/ECU als op andere internationale toernooien die niet besproken zijn in dit hoofdstuk, dan beslist het BO. Echter de logica van de selectievolgorde van individuele of ploegentoernooien enerzijds en jaarlijks of tweejaarlijks anderzijds zal zoveel mogelijk gevolgd worden.

Jeugdreglement van de KBSB: Algemene regels

Artikel 43 – Functie nationaal jeugdleider

De Nationale Jeugdleider is verantwoordelijk voor het Belgisch Jeugdkampioenschap.

Afhankelijk van het budget voor de jeugd, wordt een Belgisch Jeugdkampioenschap Rapid en Blitz georganiseerd.

Artikel 44 – Voorwaarden deelname

Alle jeugdkampioenschappen zijn voorbehouden aan de leden aangesloten bij een club die lid is van KBSB, die de leeftijd van 20 jaar niet bereikt hebben op 1 januari van het kalenderjaar.

Artikel 46 – Definitie Elo

Indien er vermelding wordt gemaakt van een eloquotering, wordt de hoogste van de nationale rating en de FIDE-rating genomen, tenzij het expliciet anders vermeld wordt.

Nationale jeugdkampioenschappen

Artikel 47 – Inrichting

De Nationale Jeugdleider kan, mits goedkeuring door het BO, een der culturele federaties, een liga, een club, een organisatiecomité of een privé-persoon als inrichter aanwijzen.

De nationale jeugdkampioenschappen worden ingericht tijdens de paasvakantie. Wanneer de vakantieperiodes in de drie landsgedeeltes niet samenvallen, kan de nationale jeugdleider een wisseloplossing uitwerken voor 1 januari van het jaar der kampioenschappen.

Artikel 48 – Inrichters

De inrichters zijn verantwoordelijk voor:

  • aanduiding van de wedstrijdleiders
  • de voorwaarden voor verblijf van de jeugdspelers + begeleiders
  • de inschrijvingen
  • het bepalen van het deelnamerecht
  • het wedstrijdreglement.

De inrichters overleggen alle genomen beslissingen met de nationale jeugdleider.

Artikel 49 – Aanmelding

Elke speler dient zich ten laatste één uur voor de aanvang van het kampioenschap persoonlijk aan te melden.

Artikel 50 – Categorieën

Voor jongens en meisjes gelden de leeftijdscategorieën zoals bepaald door de FIDE. Jongens en meisjes spelen een gemeenschappelijk toernooi. In geval van onvoldoende deelnemers in één of meerdere categorieën, worden sommige categorieën samengevoegd.

Voor alle leeftijdscategorieën bevatten de nationale jeugdkampioenschappen negen partijen gespeeld in zeven dagen. In elke categorie wordt een open kampioenschap georganiseerd. Het aantal deelnemers is onbeperkt

De open kampioenschappen worden betwist volgens een Zwitsers systeem toegelaten door de FIDE of volgens de Bergertabellen indien het aantal deelnemers dit toelaat.

Gevolgen voor de uitzendingen naar de Europese en wereldkampioenschappen. De resultaten van het BJK vormen de basis voor de uitzendingen. Voor de gemengde categorieën zijn de eerste twee deelnemers in het klassement van de respectieve leeftijdscategorieën gekwalificeerd. Voor de meisjescategorieën worden de eerste twee meisjes in het klassement van de respectieve leeftijdscategorieën geselecteerd.

Indien een meisje (of meisjes) de keuze heeft (hebben) om in de open Europese / wereldkampioenschappen of in de Europese / wereldkampioenschappen voor meisjes te spelen, dan wordt (worden) de volgende speler(s) of speelster(s) in de rangschikking van betreffende categorie geselecteerd. Concreet: als het meisje (de meisjes) kiest (kiezen) voor deelname aan het open kampioenschap, kan het volgende meisje (de volgende meisjes) in de rangschikking deelnemen aan het meisjeskampioenschap. Indien zij ervoor kiest (kiezen) om deel te nemen in de meisjescategorie, zal (zullen) haar (hun) plaats(en) voor de open categorie worden ingenomen door de twee volgende spelers in het klassement.

Artikel 52 – Inschrijvingen

De inschrijvingen, samen met de betalingen van het inschrijvingsrecht en de verblijfskosten dienen te gebeuren ten laatste één maand voor de aanvang van het toernooi. De inschrijvingsformulieren dienen gezonden te worden naar de organisatie. Het inschrijvingsrecht en de eventuele verblijfskosten dienen overgemaakt te worden aan de organisatoren.

Bij de inschrijving moet de speler vermelden: naam, voornaam, stamnummer, geslacht, geboortedatum, nationaliteit, adres, telefoonnummer, e-mail adres ouders, e-mail adres clubverantwoordelijke, naam van zijn club, stamnummer en de reeks waarin hij wenst deel te nemen.

Jongere deelnemers mogen desgewenst in een hogere reeks deelnemen mits vermelding bij de inschrijving. Zonder aanduiding van voorkeur wordt elke speler geacht in zijn leeftijdscategorie te spelen.

De organisatie stuurt de voltallige deelnemerslijst door naar de Nationale Jeugdleider ten laatste 2 weken voor het begin van het kampioenschap

Artikel 53 – Besteding inschrijvingsrecht

Het inschrijvingsrecht dient als volgt besteed te worden :

  • minimum 80 % is bestemd voor prijzen.
  • maximum 20 % is bestemd voor het dekken van administratiekosten.

De organisatie stelt haar boekhouding van het toernooi ter beschikking aan de nationale jeugdleider ter controle.

Artikel 54 – Subsidie

De KBSB stelt een subsidie ter beschikking aan de organisatoren van de nationale jeugdkampioenschappen. Deze dient als volgt aangewend te worden :

  • verblijf en forfaitaire kostenvergoeding voor wedstrijdleiders
  • verblijf en forfaitaire kostenvergoeding voor organisatoren en de nationale jeugdleider
  • administratiekosten
  • nevenactiviteiten.

Artikel 55 – Tempo

Het tempo van de partijen van de Belgische Jeugdkampioenschappen voor alle leeftijdscategorieën moet een tempo zijn dat aanvaard wordt voor de Belgische Elo verwerking en voor de FIDE Elo verwerking. De nationale jeugdleider legt het tempo vast in lijn met de tempo op het WK en/of EK voor de jeugd.

Artikel 56 – Klachten

Elke klacht tegen beslissingen van de hoofdwedstrijdleider of van de andere wedstrijdleiders, moet schriftelijk worden ingediend binnen één uur na het einde van de voorziene speelduur, bij de hoofdwedstrijdleider. Deze laatste roept zo snel mogelijk een vergadering van de beroepscommissie samen.

Artikel 57 – Beroepscommissie

De Beroepscommissie moet voor aanvang van de 1ste ronde als volgt samengesteld worden: een vertegenwoordiger van elke culturele federatie, een speler van elke culturele federatie en de Nationale Jeugdleider, die als voorzitter zal optreden.

Na gebeurlijk de partijen gehoord te hebben beslist de commissie, met gewone meerderheid. In geval van gelijkheid van stemmen wordt de beslissing van de hoofdwedstrijdleider bevestigd. Deze beslissing van de commissie is zonder verhaal.

Artikel 58 – Toernooizaal

In de toernooizaal moet een ruimte worden voorbehouden die uitsluitend door de spelers, de wedstrijdleiders, de inrichters, de nationale jeugdleider en de jeugdleiders van de culturele federaties.

Artikel 59 – Eloverwerking

De partijen van alle leeftijdscategorieën worden door de hoofdwed­strijdleider binnen de week na het kampioenschap voor verwerking overgemaakt aan de nationale klassementsleider.

Internationale Uitzendingen van de jeugd

Artikel 60 – Internationale toernooien

De beste Belgische jeugdspelers nemen deel aan internationale jeugdtoernooien. De lijst van die toernooien wordt opgemaakt door de verantwoordelijke internationale jeugduitzendingen en goedgekeurd door het BO en gepubliceerd voor aanvang van het Belgisch Jeugdkampioenschap. Sommige details zullen gekend zijn (zoals plaats en datum); andere details misschien nog niet (zoals prijs, deadline van inschrijving, andere modaliteiten). Deze zullen van zodra ze bekend zijn, aangevuld worden in de publicaties.

Artikel 61 – Rechtstreekse selectie

De jeugdspelers die door de FIDE als Belg beschouwd worden en die aan de selectienorm voldoen, hebben automatisch het recht deel te nemen aan de internationale toernooien.

Elke rechtstreekse geselecteerde mag deelnemen aan een toernooi naar keuze. Indien een rechtstreeks geselecteerde deelneemt aan meer dan één toernooi, wordt dit voor alle bijkomende toernooien als een bijkomende deelname aanzien (artikel 65).

Artikel 62 – Selectienorm: prestatie op het BJK

De volgende spelers zijn geselecteerd:

  • de eerste 2 spelers van een open categorie per geslacht.

Indien een speler niet wenst deel te nemen aan een internationaal toernooi, gaat het recht niet over naar lager geklasseerde spelers.

Iedere geselecteerde speler die wenst deel te nemen aan een internationaal toernooi moet bij de verantwoordelijke internationale jeugduitzendingen zijn/haar kandidatuur indienen uiterlijk 14 dagen na het einde van het BJK.

Artikel 65 – Bijkomende Deelnemers

Iedere jeugdspeler die door de FIDE als Belg beschouwd wordt, kan bij de verantwoordelijke internationale jeugduitzendingen een aanvraag tot selectie indienen uiterlijk 14 dagen na het einde van het BJK.

De kandidatuur omvat

  • aan welk toernooi de speler wenst deel te nemen

De spelers die niet geselecteerd zijn op basis van de criteria opgenomen in artikel 62 worden enkel ingeschreven voor de competitie indien daardoor de inschrijving van de geselecteerde spelers niet in het gedrang komt. Ze worden ingeschreven op hun eigen risico. Zij stellen de K.B.S.B. vrij van elke aansprakelijkheid. De K.B.S.B. kan bovendien eisen dat zij voor hun burgerlijke aansprakelijkheid verzekerd zijn en, zo ze minderjarig zijn, dat ze op hun kosten begeleid worden door een meerderjarige die zal instaan voor het toezicht en begeleiding.

Artikel 67 – Inschrijving

Alle geselecteerde spelers ontvangen een uitnodiging tot inschrijving. Deze uitnodiging bevat een schatting van de kosten voor de spelers en begeleidende ouders. De spelers hebben 14 dagen om hun selectie te bevestigen.

De bevestiging is slechts definitief door het voorschot te betalen ten bedrage van 100% van de geschatte kost.

Spelers die hun deelname na de bevestiging alsnog annuleren, zullen (behalve in geval van overmacht) de kosten als gevolg van deze annulatie verhaald worden.

Artikel 68 – Officiële begeleiding

Van zodra 3 geselecteerden deelnemen aan één toernooi, voorziet de KBSB dat een officiële begeleider wordt meegestuurd.

De bijkomende deelnemers (art. 65) betalen alle bijkomende kosten die veroorzaakt worden voor de begeleiding van de bijkomende spelers.

De KBSB zal de kosten voorzien in dit artikel dekken voor zover een budget voorzien werd door de AV.

De KBSB behoudt het recht om niet deel te nemen aan een competitie indien blijkt dat er te weinig financiële middelen beschikbaar zijn.

Artikel 69 Financiële regeling

Hieronder volgt een tabel met de verschillende kosten voor de uitzendingen. Voor elke groep wordt aangeduid wie er de kosten draagt.

| | Selectie norm |Bijkomende deelnemers (art. 65)| |-|-|-| | Vliegtuigticket | speler | speler | | Lokaal transport | speler | speler | | Verblijfskosten | speler | speler | | Logistieke kosten van de organisatie | speler | speler | | Inschrijvingsgeld organisatie | KBSB | speler | | Registratie FIDE | KBSB | speler | | Officiële begeleiding | KBSB | speler |

De administratiekosten dienen om de meerkosten op te vangen bij een zeer groot aantal selecties. De nationale jeugdleider legt het bedrag van de administratiekosten vast samen met de schatbewaarder.

De KBSB behoudt het recht om niet deel te nemen aan een competitie indien blijkt dat er te weinig financiële middelen beschikbaar zijn.

Artikel 70 Korting Logement

Op de meeste toernooien is er een (bijna) gratis logement voor 1 of meerdere spelers per leeftijdscategorie. Dit voorrecht wordt aan de beste speler(s) gegeven volgens deze rangschikking:

  • eerst volgens de stand op het laatste BJK voor de spelers van de selectienorm van dezelfde categorie.
  • daarna volgens de stand op het laatste BJK voor de speler op de 3de plaats van dezelfde categorie.
  • daarna volgens hoogste gebruikte elo op moment van het BJK voor alle bijkomende selecties (enkel spelers die aan het BJK meededen);
  • tenslotte voor alle andere spelers volgens hoogste te gebruiken elo op het moment van het BJK.

Nationale rapid- en snelschaakkampioenschappen voor de jeugd.

Artikel 71 – Omschrijving.

Het voorliggende reglement is van toepassing op de jaarlijkse nationale snel- en rapidkampioenschappen voor de jeugd van de KBSB

Artikel 72 – Organisatie en deelnemers.

De artikels 43 tot en met 50 van de nationale jeugdkampioenschappen zijn van toepassing.

Artikel 73 – Categorieën.

Zowel voor de meisjes als voor de jongens wordt er een kampioenschap ingericht in de volgende leeftijdscategorieën: <20, <18, <16, <14, <12, <10, <8 jaar, leeftijd op 1 januari van het lopende jaar. Het is toegestaan om in een hogere categorie deel te nemen. De Nationale Jeugdleider kan er toe beslissen om meerdere categorieën samen te brengen. Het aantal deelnemers is onbeperkt, tenzij andersluidende beslissing van de Nationale Jeugdleider. Deze beslissing dient te worden genomen voor 1 januari van het jaar waarin de kampioenschappen plaatsvinden.

Artikel 74 – Systeem en speelformule, tempo.

  1. Rapidkampioenschappen : de rapidkampioenschappen worden in de verschillende categorieën op één dag afgewerkt. Het toernooi telt in principe 7 ronden en het speeltempo is 25 minuten per speler en per partij.
  2. Snelschaakkampioenschappen : de blitzkampioenschappen worden in de verschillende categorieën op één dag afgewerkt. Het toernooi telt in principe 11 ronden en het speeltempo is 5 minuten per speler, per partij.
  3. Algemeen : Afhankelijk van het aantal deelnemers spelen ze een gesloten toernooi of volgens de regels van het « Zwitsers » systeem, die door de FIDE zijn goedgekeurd. Bij een beperkt aantal ronden wordt de scheidsrechter verzocht een Zwitsers systeem met versnelde paringen te gebruiken. Om de eindrangschikking te bepalen in geval van gelijkheid van punten, worden de door de FIDE voorziene scheidingssystemen toegepast. De gebruikte systemen moeten voor aanvang van het toernooi aan de deelnemers worden meegedeeld.

Artikel 75

In de toernooizaal wordt een ruimte voorbehouden voor spelers en scheidsrechters. Het publiek en de begeleiders van de spelers krijgen geen toegang tot die ruimte.

Artikel 76 – Inschrijvingsgeld

Het bedrag van het inschrijvingsgeld wordt elk jaar door de nationale jeugdleider vastgelegd.

Artikel 78 – Prijzen.

De inschrijvingsgelden moeten als volgt worden aangewend (te bewijzen door de organisator): 80 % dient voor de aankoop van prijzen in natura, souvenirs en trofeeën; 20 % is bestemd om de organisatiekosten te dekken.

Artikel 79 – Internationale toernooien

a. Rapidpartijen: De rapidkampioenschappen dienen als selectiecriterium voor internationale rapidtoernooien.

b. Snelschaakpartijen: De blitzkampioenschappen dienen als selectiecriterium voor internationale blitztoernooien.

Nationaal interscholenkampioenschap

Artikel 80

De KBSB interscholenfinale wordt betwist door minimaal 25 ploegen (lager, middelbaar) die als volgt gekozen worden:

  • 1 plaats voor de school van de uittredende kampioen;
  • 1 plaats aangeduid door de organiserende school;
  • minimaal 10 ploegen aangeduid door de VSF;
  • minimaal 10 ploegen aangeduid door de FEFB;
  • minimaal 3 ploegen aangeduid door de SVDB. ** Indien de organisatie meer ploegen kan ontvangen, mag ze de selectie van het aantal ploegen uitbreiden.

De nationaal jeugdleider kan aan de organisatie een extra ploeg toekennen teneinde met een even aantal ploegen per reeks te spelen.

Vanaf het nationaal interscholenkampioenschap 2019 worden volgende categorieën gehanteerd:

  • A1. lager onderwijs mini (leerlingen uit het 1ste tot en met 3de leerjaar);
  • A2. lager onderwijs (leerlingen uit het 1ste tot en met 6de leerjaar);
  • B. middelbaar onderwijs.

met volgend aantal ploegen :

A1.lager onderwijs mini (11 ploegen)

  • 1 plaats voor de school van de uittredende kampioen
  • 1 aangeduid door de organiserende school
  • minimaal 4 ploegen aangeduid door de VSF/FEFB
  • minimaal 1 ploeg aangeduid door de SVDB

A2.lager onderwijs (16 ploegen)

  • 1 plaats voor de school van de uittredende kampioen
  • 1 aangeduid door de organiserende school
  • minimaal 6 ploegen aangeduid door de VSF/FEFB
  • minimaal 2 ploegen aangeduid door de SVDB

B. middelbaar onderwijs (25 ploegen)

  • 1 plaats voor de school van de uittredende kampioen
  • 1 aangeduid door de organiserende school
  • minimaal 10 ploegen aangeduid door de VSF/FEFB
  • minimaal 3 ploegen aangeduid door de SVDB

Artikel 81 – Ploegopstelling

Elke ploeg bestaat uit vier leerlingen:

  1. die zijn ingeschreven in dezelfde erkende Belgische school van het middelbaar onderwijs*. Een leerling uit het lager onderwijs kan deelnemen aan het schoolschaakkampioenschap voor middelbaar onderwijs, wanneer die lagere school verbonden is aan de middelbare school.
  2. die zijn ingeschreven in dezelfde erkende Belgische school van het kleuter- en lager onderwijs*. Een kleuter die in dezelfde school is ingeschreven mag deelnemen aan het schoolschaakkampioenschap voor lager onderwijs.

*De erkende scholen zijn te vinden op Onderwijsaanbod in Vlaanderen (respectievelijk secundair onderwijs en basisonderwijs), Enseignement.be – Annuaires des établissements d’enseignement et de l’administration de la Fédération Wallonie-Bruxelles (respectievelijk ‘maternel et primaire’ ordinaire et spécialisé’ en ‘secundaire ordinaire et spécialisé’ sur le territoire belge) en Arbeitsamt der Deutschsprachigen Gemeinschaft Belgiens – Das Unterrichtsangebot in der Deutschsprachigen Gemeinschaft (adg.be)

Ook Europese scholen die zich op het Belgische grondgebied bevinden, mogen aan het kampioenschap deelnemen International education – International Baccalaureate® (ibo.org). Hanteert het onderwijssysteem een verschillende onderverdeling tussen lager- en middelbaar onderwijs (dus geen 6 jaar lager, 6 jaar secundair), dan kunnen alle kinderen die geen 19 jaar worden in het jaar van het kampioenschap deelnemen aan het kampioenschap middelbaar onderwijs en kunnen de kinderen die in het jaar van het kampioenschap geen 13 jaar worden, aan het kampioenschap lager onderwijs deelnemen.

Kinderen die thuisonderwijs genieten (en dus niet in een erkende Belgische school zijn ingeschreven) kunnen ook deelnemen. Daartoe zijn er twee mogelijkheden:

  • ze vormen zelf –al dan niet via de niet erkende (privé)school waar ze school lopen – een ploeg.
  • ze sluiten aan bij een erkende school, maar enkel met de schriftelijke goedkeuring van de directeur van de instelling

Ook voor hen is deelname aan het middelbaar kampioenschap mogelijk als ze geen 19 jaar worden in het jaar van het kampioenschap en geen 13 jaar om aan het kampioenschap lager onderwijs deel te nemen. De kinderen leggen een bewijs van hun thuisonderwijs voor.

Bij de aanmelding op het toernooi dienen de ploegkapiteins een officieel schoolattest voor te leggen (met de naam en de handtekening van de directeur/directrice), waaruit blijkt dat alle deelnemers ingeschreven zijn als leerlingen van één en dezelfde school.

  1. de ploegen worden opgesteld volgens de meest recente Belgische Elo-lijsten. Hierbij kan aan een niet geklasseerde speler tot 1300 elo toegekend worden.
  2. vanaf het interscholenkampioenschap 2019 : in iedere ploeg uit de reeks lager onderwijs mini wordt minstens één meisje opgesteld.

Artikel 82 – Wedstrijdsysteem:

Negen ronden Zwitsers.

Artikel 83

Het FIDE-reglement voor Rapidschaak is van toepassing met dien verstande dat de totale speeltijd 15 minuten per speler is.

Artikel 84

Na de aanmelding mag de rangorde van de spelers niet meer veranderd worden. Bij onregelmatige opstelling verliest elke onregelmatig opgestelde speler de partij met forfaitcijfer. Bij de uitwerking hiervan zal de toernooileider er evenwel voor zorgen dat de ploeg zo weinig mogelijk benadeeld wordt.

Artikel 85

Elke ploegkapitein meldt per ronde het volledig ploegresultaat van zijn ploeg (bord per bord) bij de wedstrijdleiding.

Artikel 85bis – Scheidingssysteem

a. matchpunten;

b. bordpunten (1, 1/2 of 0 punten per bord);

c. onderlinge uitslag;

d. ingeval er nog gelijkheid is, dient een testmatch gespeeld te worden volgens het snelschaakreglement, zo de titel op het spel staat (lottrekking van kleur);

e. bij nieuwe gelijkheid zal het Sonneborn-Berger-systeem worden toegepast op de matchpunten,

f. en vervolgens op de bordpunten.

Artikel 86 –

Indien nodig kunnen de spelers steeds de wedstrijdleiding raadplegen.

Artikel 87 –

De wedstrijdleiding beslist in alle onvoorziene gevallen.

Artikel 88 –

De Nationale Jeugdleider is belast met de uitvoering en handhaving van dit reglement en het beslissen in alle geschillen en onvoorziene gevallen welke zich ter zake mochten voordoen.

Artikel 89 –

De ploeg die de finale wint verkrijgt de titel: “Belgisch kampioen schoolschaak (LO of MO) + jaartal”.

De eerste volledige meisjesploeg verkrijgt de titel: “Beste Belgische meisjesploeg schoolschaak (LO of MO) + jaartal”.

Een trofee wordt uitgereikt aan het best scorende speler per bord voor elke categorie (scheiding : ranking ploeg), “beste bordnr in categorie + jaartal”

Vanaf 2019 : De ploeg die de finale wint in de reeks LO-mini verkrijgt de titel “Belgisch kampioen schoolschaak LO-mini + jaartal”.

Vanaf 2019 : het best scorende meisje in de reeks LO-mini verkrijgt een trofee “beste meisje schoolschaak LO-mini” (scheiding : aantal punten/bordnummer/ploegenrangschikking).

Nationale jeugdinterclub

Artikel 90

Dit reglement geldt voor de jaarlijks te organiseren jeugdinterclubkampioenschappen van de KBSB, tussen de jeugd­ploegen van schaakverenigingen in de leeftijdscategorieën tot minder dan 16 jaar (B) en tot minder dan 20 jaar (A).

De KBSB-wedstrijdreglementen zijn van toepassing, behalve voor de artikelen hierna vermeld.

Artikel 91

Aan de wedstrijden nemen in elke categorie maximaal zestien ploegen deel.

Artikel 92

De ploegen dienen samengesteld te zijn uit spelers, welke lid zijn van de betrokken club die lid is van KBSB.

  1. Elke ploeg bestaat uit 4 spelers die de leeftijd van 16 jaar (categorie B) en van 20 jaar (categorie A) niet bereikt hebben op 1 januari van het lopende kalenderjaar.
  2. De deelnemende clubs dienen aan de Nationale Jeugdleider, binnen de door hem bepaalde termijn, een lijst in dubbel over te maken, met zijn spelers en reserves gerangschikt volgens sterkte, met opgave van stamnummer, geboortedatum en clubnummer. Alle daarna nog op te geven extra reserves, worden onderaan deze lijst toegevoegd.
  3. De volgorde van speelsterkte mag voor de aanvang van de halve finalegroepen en voor de aanvang van de finalegroep worden gewijzigd. Wijzigingen dienen opgegeven te worden bij de Nationale Jeugdleider, binnen een door hem bepaalde termijn.
  4. De spelers en reserves mogen slechts in de aangegeven volgorde van speelsterkte in de ploeg opgesteld worden. Dat wil zeggen dat een reserve altijd op het vierde bord moet worden opgesteld. Verder mag een speler nooit te laag opgesteld worden.
  5. Extra reserves mogen pas worden opgesteld nadat de clubverantwoordelijke van de Nationale Jeugdleider bericht heeft ontvangen dat de opgegeven extra reserves speelgerechtigd zijn. Elke inbreuk op deze regel houdt het verlies van de partij van de betrokken speler in.

Artikel 93 –

Bij overtreding van bepalingen van punten 3 en/of 4 van artikel 84 verklaart de competitieleider de gespeelde partijen steeds verloren voor de speler die ten onrechte aan de wedstrijd heeft deelgenomen of ten onrechte aan een lager bord heeft gespeeld dan volgens de volgorde van speelsterkte was bepaald.

Artikel 94 –

De ploegen worden bij elke categorie ingedeeld in groepen van 4 ploegen door de nationale jeugdleider, in overleg met de competitieleider. Per groep wordt een enkelvoudige competitie gespeeld. De nummers een en twee van elke groep gaan naar de halve finales.

Artikel 95 –

De geplaatste teams in de halve finale-groepen worden ingedeeld in 2 groepen van ieder 4 ploegen, waarbij vermeden wordt dat een ploeg wordt ingedeeld bij een ploeg die al in de voorronde werd ontmoet.

Per groep wordt een enkelvoudige competitie gespeeld. De nummers een en twee van de halve finale-groepen gaan over naar de finale.

Artikel 96 –

In de finale wordt terug een enkelvoudige competitie gespeeld.

Artikel 97 –

De competitie wordt geleid door een wedstrijdleider, de KBSB-jeugdcompetitieleider, die door het BO aangesteld wordt. Deze KBSB-jeugdcompetitieleider is belast met de uitvoering en handhaving van dit reglement en het beslissen in alle geschillen en onvoorziene gevallen welke zich ter zake mochten voordoen.

Artikel 98

De ploeg die de finale-groep wint verkrijgt de titel Jeugdinterclubkampioen van België, met toevoeging van het betreffende jaar en de categorie die van kracht is.

Structuur talentschakers

De KBSB wil jeugdschakers met talent ondersteunen in hun ontwikkeling door deze op een objectieve wijze te identificeren en in groepen onder te brengen. Aan deze groepen kunnen naargelang het beschikbare budget voordelen toegekend worden.

Artikel 99 : Indeling groepen

Er worden drie groepen bepaald :

  1. een internationale groep (A)
  2. een nationale groep (B)
  3. een beloften groep (C)

Identificatie gebeurt ieder jaar door een rating benchmark te hanteren per gender en leeftijd gebaseerd op de Fide wereldranglijst beschikbaar per 1 september. Deze rating benchmark treedt daarna in werking vanaf 1 september van het daaropvolgend kalenderjaar.

Indien deze nieuwe rating benchmark minder dan 5 elo afwijkt van de vorige wordt de oude benchmark behouden.

De elo van de jeugdspeler die gebruikt wordt om te verifiëren ten opzichte van de benchmark is de hoogste gepubliceerde elo (Fide, KBSB) bereikt in het voorbije seizoen (periode sept – aug voorafgaand aan de 1ste september).

De benchmark wordt ieder jaar in september gepubliceerd op de website van de KBSB.

De jeugdcommissie zal de betrokken jeugdspelers informeren indien ze aan de voorwaarden van de indeling en bijkomende criteria voldoen (artikel 101). Spelers die aan alle van deze criteria voldoen op eender welk tijdstip kunnen ook de nationaal jeugdleider hiervan informeren.

Toelichting : de benchmark wordt in september gepubliceerd en is zodoende voldoende vooraf gekend. Deze benchmark wordt (streng) toegepast zoals gepubliceerd.

Artikel 100 : toekenning van voordelen

Aan de groepen wordt een financieel voordeel toegekend naargelang het beschikbare budget.

A.internationale groep Training (T x 2,5) Equivalent gemiddelde kost van een gratis verblijf EK/WK.

B.nationale groep Training (T x 2,5) –

C.beloften groep Training (T) –

Indien er geen of onvoldoende budget door de Algemene vergadering werd voorzien, zal de jeugdcommissie de toekenning van de voordelen bijsturen en/of herleiden tot nul voor één of meerdere groepen.

Indien een jeugdspeler de toegekende voordelen niet wenst op te nemen zal de jeugdcommissie deze overdragen naar het budget van het daaropvolgende seizoen.

Artikel 101 : bijkomende criteria

Een aantal bijkomende criteria worden gehanteerd :

De jeugdspeler

  1. wordt door de Fide als Belg beschouwd
  2. neemt deel aan het Nationaal jeugdkampioenschap (hoofdstuk 2)
  3. heeft in het voorbije schaakseizoen minstens 30 Fide partijen gespeeld
  4. bewijst de gemaakte onkosten voor training. (document aan de nationale jeugdleider)

Toelichting : met uitzondering van de toepassing van criteria 1, wil de jeugdcommissie de redelijkheid hanteren. Ze wil aanmoedigen en niet bestraffen. Bijvoorbeeld (niet limitatief) : een speler krijgt training van een ouder die een veel hogere rating heeft. Het aantonen van een onkostennota wordt hier moeilijk. De jeugdcommissie kan hier bijvoorbeeld vragen om andere gemaakte kosten aan te tonen (deelname toernooien). Voorbeeld : tijdens het Nationaal jeugdkampioenschap wordt onder auspiciën van de KBSB een normentoernooi georganiseerd. De jeugdspeler kan vooraf aan de nationale jeugdleider een vrijstelling vragen op criteria 2.

Het niet voldoen aan de bijkomende criteria na het ontvangen van de steun zal leiden tot het schrappen van de voordelen gespecificeerd in artikel 100 bij een eerstvolgende positieve indeling in de groepen zoals omschreven in artikel 99.

Opmerking

Voer uw volledige naam in (voor- en achternaam) om een ​​reactie achter te laten. Anonieme reacties zijn niet toegestaan.