Philippe Vukojevic 22.09.2024
Lajos Portisch, die we gisteren in ons verslag voorstelden, mocht vandaag de eerste zet spelen op de Olympiade en hij kreeg een erkenning voor al zijn prestaties. Toch is hij zeker niet de enige levende legende van het Hongaarse schaken. Ook in het vrouwenschaak groeide Hongarije uit tot een topland en een grote kandidaat voor medailles in de Olympiade. Totdat de Polgars kwamen: toen werd het ‘kandidaat zijn’ op medailles een zekerheid op medailles. Het opvoedexperiment van de Polgars deed al snel van zich spreken. Begin jaren zeventig moedigden de ouders hun dochter Zsuzsa (1969-), die op haar vierde al enige aanleg voor schaken toonde, aan om haar volop in die vaardigheden te ontwikkelen. Met succes, op haar twaalfde werd ze meester. Dit bepaalde meteen ook het lot van haar jongere zusjes, Zsofia (1974-) en Judit (1976-), die ook gemiddeld acht uur per dag zouden schaken en voor de rest thuis les kregen van hun ouders. Hoewel het systeem het experiment krankzinnig vond en het wilde tegenhouden (de familie kreeg bijvoorbeeld niet altijd de benodigde paspoorten), namen de ongelooflijke prestaties van de meisjes steeds meer scepticisme weg. 1988 werd een kanteljaar, toen de tieners samen met Ildiko Madl (1969-) kampioen werden in de vrouwenolympiades. Ook zij doorbraken op die manier de hegemonie van de Sovjet-Unie en twee jaar later herhaalden ze dat huzarenstukje. De meisjes wonnen alle drie medailles op de Olympiades, Judit zelfs twee zilveren medailles bij de mannen, omdat ze na hun tweede overwinning bij de vrouwen weigerde om nog in een aparte competitie mee te doen.
Judit Polgars gedachtengang gaat uit van het principe dat mannen en vrouwen intellectueel gelijk zijn. Iets wat door mannen wordt betwist, want – zo wordt dan aangehaald – je hoeft alleen maar naar het aantal vrouwen in de top 100 van de wereld te kijken om te concluderen dat er een verschil is. Maar volgens Polgar is dat juist het gevolg van al die aparte vrouwentoernooien: als de betere vrouwen dankzij aparte vrouwentoernooien veel prijzengeld kunnen verdienen, waarom zouden ze zich dan – zoals Polgar zelf deed – acht uur per dag afpeigeren, als een werkdag van vier uur volstaat.
Judit gaat vervolgens voorbij aan het feit dat schaaktoernooien niet altijd een vrouwvriendelijke omgeving zijn. Sommige mannen in onze samenleving hebben het moeilijk met sociale contacten en voelen zich sowieso geremd om contact te zoeken met het andere geslacht. Het feit dat ze schaken helpt hen daar vaak niet bij: veel niet-schakers vinden schaken immers saai en transponeren die eigenschap vaak op de schaker zelf. Daarom zien die schakers vrouwen in de schaakwereld als een ideale reddingboei om aan hun eenzame leven te ontsnappen. Niet alleen zijn ze ervan overtuigd dat die dames hun hobby zullen waarderen, bovendien durven ze die vrouwen ook gemakkelijker aan te spreken (als ze betere schakers zijn, zullen ze steevast (ongevraagd) hun schaakhulp aanbieden). Dit leidt vaak tot stalking. En dat is dan weer niet zo leuk voor de dames die weliswaar van het spel houden, maar niet van die mannen die als vervelende insecten om hen heen blijven vliegen.
Hoe dan ook, we hadden het over de Polgars. Zsusza woont tegenwoordig in de Verenigde Staten. Ze is de enige Hongaarse die ooit wereldkampioen is geworden (en zelfs in de drie disciplines: klassiek tempo, rapid en blitz). Zsofia (die een TPR van 2735 haalde in Rome 1989) trouwde in Israël en Judit is het meest bekend dankzij de vele jaren dat ze tot de top 10 van de wereld hoorde. Tegenwoordig zet ze zich in om het schoolschaken te promoten.
Tijdens hun klim naar de top zou schaken, net als alle andere sporten, om politieke redenen een nieuwe verschuiving ondergaan. Na de val van het IJzeren Gordijn was de sport, in plaats van massale werkgelegenheid, meer en meer afhankelijk van sponsoring. De basisontwikkeling werd – net als in het Westen – overgelaten aan ouders en sympathisanten. De staat richtte zich alleen op de (al doorgebroken) toptalenten. En na Polgar bleven die maar komen: eerst had je Peter Leko (1979-), die, hoewel geboren in het Hongaarse deel van ex-Joegoslavië, op negenjarige leeftijd al bekender was in Oostenrijk en Duitsland dan in Hongarije. Hij vond daarom snel sponsors en brak het record van Judit Polgar als jongste grootmeester: hij was 14 jaar, 4 maanden en 22 dagen toen hij de titel grootmeester mocht dragen. Op die leeftijd speelde hij ook in het Hongaarse Olympiade team en in 2004 kon hij zelfs Kramnik uitdagen voor de wereldtitel, maar slaagde er niet in de eerste mannelijke Hongaarse wereldkampioen te worden. Hoewel Peter Leko maar kort in Boedapest heeft gewoond, zijn veel fasen in zijn leven verbonden met de Hongaarse hoofdstad.
Richard Rapport (1996-) volgt een vergelijkbaar pad. Hij werd geboren in Szombathely, een stad op het platteland, en werd toen met 13 jaar, 11 maanden en 6 maanden de jongste grootmeester ooit. Hij won ook verschillende medailles op schaakolympiades en teamcompetities op Europees en wereldniveau. Hij kwalificeerde zich ook voor het kandidatentoernooi in 2022, en in 2023 hielp hij Ding Liren als secondant aan de titel van wereldkampioen. De bijdrage van Rapport als creatieve geest en vernieuwer kan in dit verband niet worden onderschat.
Voor creativiteit moeten we niet kijken naar Daniels tegenstander in de 10e ronde. Hoewel de grootmeester uit de Verenigde Arabische Emiraten een tegenstander van het kaliber van Daniel was, wilde zelfs die grootmeester die wit had, Daniel niet echt testen en nam het zekere voor het onzekere: remise dus.
Thibaut speelde het soort stellingen waar hij van houdt: dominant vanuit de opening en dan knijpen tot er materiaal gewonnen kan worden. Dat gebeurde ook en toen de tegenstander dat vol bewondering zag gebeuren, gaf hij op.
Met zwart kon Sim de systematische stukkenruil niet vermijden. Het toreneindspel gaf geen winstkansen. Ok, dan wordt het maar remise.
Mher drong vanaf het begin aan, maar pas in het eindspel won hij de dame met een eenvoudige paardenvork na een vreselijke blunder van zijn tegenstander. Mooi.
Daarmee staat ons ‘open’ team vier plaatsen boven onze startpositie. Helaas zal het tegen Kroatië moeilijk worden om uiteindelijk opnieuw op startpositie te eindigen: op alle borden, ja zelfs dat van Daniel, kunnen de Kroaten bogen op een betere Elo, maar misschien zijn onze mannen dan op hun sterkst? Uiteindelijk verloren onze mannen slechts 2 wedstrijden. Dat is minder dan bijvoorbeeld het Nederlandse team.
In het damestoernooi stond gisteren een camera naast het bord en konden de thuiskijkers een meer dan vier uur durende live-uitzending van de wedstrijd tegen Zweden volgen. Vooral Tyani’s wedstrijd kreeg alle aandacht, of beter gezegd, haar tegenstandster Anna Cramling kreeg alle aandacht. Commentator GM Hammer had moeite met het uitspreken van Tyani’s naam, maar was – net als wij – vooral onder de indruk van Tyani’s toernooi. Hij haalde ook aan dat de 8 uit 9 die Tyani toen dan toe had behaald, te danken was aan zes partijen met de zwarte stukken.
Er kwam dus een 7e partij met zwart en er valt niets op de remise aan te merken. Daarvoor nam de witspeler te weinig risico’s en Tyani miste misschien een kans om een minimaal voordeeltje te behouden. De remise was met andere woorden bijna onvermijdelijk. Blijft Tyani ongeslagen in dit toernooi?
Veel interessanter voor mij was de aanwezigheid van Pia Cramling in het Zweedse team. Een grote madam, die onze grote madam, Hanne, in een van hun vorige twee ontmoetingen al op remise had weten te houden (ik laat aan jullie over om het onderwerp en het lijdend voorwerp in de relatiefzin aan te duiden). Lange tijd leek Hanne ook nu geen problemen te hebben, maar rond de 15e zet begon ze iets te nadrukkelijk op de damevleugel te spelen om na een paardoffer op c6 ineens een toren op d8 te moeten dulden. Meteen stortte de hele koningsvleugel in. Dit bracht de Zweden naar een tweede overwinning, want Sarah had toen al verloren.
De opening die Sarah het minst had voorbereid kwam op het bord. Mentaal is dat al niet leuk en als je niet meteen de juiste zetten vindt, word je snel onzeker. Sarah probeerde tactisch het evenwicht te bewaren door haar loperpaar op te geven voor toren en pion (en wat (onbeduidende) zwaktes in de zwarte pionstructuur). Allemaal logisch, maar achteraf gezien zou vooral de witte koning niet blij zijn met deze beslissing. Hij werd namelijk een doelwit van de lopers en mat zou uiteindelijk zijn deel worden.
Gelukkig kon Daria na nog een zware en berensterke partij voor een mooie eerredder zorgen. Daria’s spelniveau is echt bewonderenswaardig, want het aantal zwakke zetten dat ze in het toernooi speelde staat niet in verhouding tot het aantal punten dat ze daardoor verloor (2,5/3). Ik ben fan als ik zie hoe ze er ook in slaagt om altijd genoeg spanning in de stelling te houden om de kans op winst in al haar partijen te behouden. Daria heeft zeker niet haar hoogtepunt bereikt.
Het team verloor dus. Jammer, maar door het eervolle resultaat staat Bangladesh op het programma. Op papier haalbaar, maar toch uitkijken. Bangladesh heeft weinig kansen om deel te nemen aan FIDE-toernooien. Dus onderschatting is ongetwijfeld de oorzaak van de hoge ranking van dat team op de Olympiades. Voor Sarah wordt het iets bijzonders: na tegen Zweden tegen een 15-jarig kind te hebben gespeeld, mag ze vandaag tegen de (vermoedelijke) ouderdomsdeken van het toernooi spelen, de 80-jarige Rani Hami, die met 6/7 kan bogen op een TPR van 2162.
Philippe Vukojevic 23.09.2024 3
Het laatste verslag uit Boedapest, schaakstad bij uitstek, waar in de jaren negentig ook alle ogen op gericht waren omdat…
Lees meerPhilippe Vukojevic 17.09.2024
Net zoals onze Olympische teams niet naar Boedapest reisden om de stad te bezoeken, was de jonge Maroczy (ja, die…
Lees meerPhilippe Vukojevic 16.09.2024 5
Vandaag heb ik tevergeefs gezocht naar het Café Wurm in Boedapest, de bakermat van het georganiseerde schaken in Hongarije, waar…
Lees meerPhilippe Vukojevic 21.09.2024
Een land waar schaken zo populair is, zet zichzelf natuurlijk op de schaakkaart. Laszlo Szabo nam de rol als beste…
Lees meer