Philippe Vukojevic 20.09.2024
Door de vele FIDE- en ECU-commissies die ik in Boedapest probeer bij te wonen, is het verslag van gisteren een tijdje uitgesteld…. Mijn excuses.
Hongarije ging na WO I niet alleen door een periode van armoede. In feite kreeg het ook te maken met een identiteitsverschuiving. Het Oostenrijkse rijk was uiteengevallen en de Duitse cultuur werd minder uitgesproken. Als gevolg daarvan bloeiden de Joodse cultuur en traditie weer op, niet in het minst in het schaken. Extreme kranten (al aanwezig voordat er sprake was van Adolf Hitler) zwegen: hoe konden ze bijvoorbeeld de bevolking ophitsen om een schaakteam zonder Joden op te stellen, terwijl dat team voor Hongarije het ene succes na het andere behaalde tijdens de Olympiades (1926, 1927, 1928, 1936). Maar die eliteschakers werden in 1939 de eerste slachtoffers van de jodenhaat, die zich toen openlijk kon manifesteren. Dr. Klara Farago (1905-1944), Olympiadewinnaars Endre Steiner (1901-1944) en Kornel Havasi (1892-1945) overleefden de oorlog niet. Anderen emigreerden, zoals Lajos Steiner (1903-1975) naar Australië en Andor Lilienthal (1911-2010) naar zijn tweede thuisland, de Sovjet-Unie. Laszlo Szabo (1917-1998) en Tibor Florian (1919-1990) gingen naar de oorlog en kwamen gebroken terug. Het schaken had een dieptepunt bereikt.
Behalve Maroczy was er geen professionele schaker meer in het land, maar al snel kwam het schaken onder arbeiders weer op. Die beweging was sterk en goed georganiseerd en had zelfs een eigen krant. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog en dankzij het opkomende socialisme groeide het schaken in Hongarije direct naar een ongekende populariteit. De schaakbond werd omgedoopt tot Arbeidersschaakbond en elke fabriek, bedrijf of onderneming in Boedapest had zijn eigen schaakclub, zodat in 1950 meer dan 500 teams meededen aan het kampioenschap van de stad. En er werd ook stevig geschaakt op het platteland, waar 40-50 duizend mensen deelnamen aan de dorpskampioenschappen. Zo werd Levente Lengyel ontdekt, die later verschillende medailles zou winnen op de schaakolympiades.
Binnen de kortste keren kon het schaakbord net zo min ontbreken op een volksfeest als bier en worst. Op verschillende plaatsen verschenen extra schaakactiviteiten, zoals simultaanvoorstellingen, maar ook logistiek ging het schaken erop vooruit. Zo’n 750 stenen schaaktafels werden geïnstalleerd op openbare plaatsen in de stad!
De twee grootste schaakparken die hun tradities min of meer in stand hielden waren Varosliger in Pest en Varosmajor in Boeda. Daarnaast waren er ongeveer twee dozijn plaatsen waar het koninklijke spel buiten gespeeld kon worden en spellen geleend konden worden. Aan de zuidelijke voet van de Gellért Heuvel en op het Kun-Béla Plein (nu Ludovika Plein) in Jozsefvaros kon gedurende tientallen jaren worden geschaakt met houten stukken van vier tot vijf kilo voor een grote menigte. Een minder bekende attractie is het Dagaly lido bij Angyalföld, geopend in 1948, waar je nog steeds kunt schaken op een bord in een warmwaterbad.
Vandaag hoefde je overigens geen warm water op te zoeken: onder een zomerzonnetje trokken de 193 mannenteams en 181 vrouwenteams (192 en 180 is correcter, want er waren byes) naar het BOK sportcentrum. Onder hen twee Belgische teams.
In de open afdeling bekampten de Belgen het tweede Hongaarse team, nog steeds goed voor twee spelers van +2600 en twee van +2500. Daniels tegenstander moest snel remise maken, hoewel hij wit had. En als wit remise wil maken op dat niveau, is het moeilijk om daar met zwart iets aan te doen zonder al te veel risico’s te nemen. Konden de Hongaren het verschil maken op de andere borden? Op bord 4 in ieder geval niet: ondanks het verschil van 200 punten kwam Lennert nooit in gevaar. Remise. Met zwart had Mher het veel moeilijker om onder de druk uit te komen. En dat veranderde niet toen er een kwaliteit verloren ging. Er verscheen een vreemde stelling op het bord van Thibaut. Normaal gesproken heb je een sterk centrum als je daar twee pionnen kunt posteren, maar wat te denken van het centrum van Thibaut: daar stonden zowaar drie witte pionnen, zij het allemaal op de d-lijn. Met een open c- en e-lijn zag het er goed uit. ‘De kracht van de trippelpion is een onderbelicht onderwerp,’ zou Thibaut later zeggen, maar een grootmeester blijft een grootmeester. Je verslaat hem in de opening, maar dan moet je hem weer verslaan in het middenspel en een derde keer in het eindspel. Even leek het erop dat de superieure stelling in een theoretische remise zou eindigen, maar zelfs in het eindspel toonde Thibaut zich superieur. Meteen een mooie overwinning tegen +2600 en een gelijkspel voor het team.
De rustdag heeft Thibaut duidelijk goed gedaan.
Bij de dames zagen we Diana weer. Oef, ze is uit het ziekenhuis, maar ze vertrok ‘s avonds (lees: ‘s nachts) rechtstreeks terug naar België. We hopen op een spoedig herstel.
Haar vertrek maakt het er voor onze speelsters niet makkelijker op: vooral voor Daria en Tyani zullen de laatste rondes loodzwaar zijn, omdat ze op dit moment alle wedstrijden hebben gespeeld en de vermoeidheid begint toe te slaan. En de sterke tegenstanders uit Oostenrijk, net onder het niveau van Duitsland, maakten het er voor onze dames niet makkelijker op.
Na een uur spelen zag het er niet zo goed uit voor onze zwarte spelers. Daria leek onder druk te staan en Sarah moet ergens iets tactisch gemist hebben en ze verloor een stuk (later zei ze dat ze meerdere keren iets tactisch gemist had). Een off-day dus voor Sarah, hoewel ik haar vasthoudendheid bewonder. Ze ging op jacht naar alle witte pionnen en dat lukte. Als ze de torens kon ruilen, had je een ongeziene stelling van paard en loper tegen vier pionnen. En zelfs als de vier pionnen verorberd werden, zou de Oostenrijkse niet de eerste +2100 zijn die met paard en loper geen mat kon geven. Prik! De droomballon ging kapot. Paard, loper en toren hadden een matnet gevlochten. Oostenrijk aan de leiding.
Ondertussen was Tyani klaar met haar partij. Ze was mooi uit de opening gekomen en hoopte haar pionnenmeerderheid op de damevleugel om te zetten in een groot voordeel in een eindspel, maar haar tegenstander zag het gevaar, activeerde haar torens en leek de mooie pionnenstructuur op de damevleugel te verbrijzelen.Om dat te voorkomen moest Tyani zetherhaling tolereren.
Daria staat synoniem voor vechtlust. Ze vond haar positie nooit slechter en gaandeweg zagen ook de anderen dat haar positie in feite niet zo slecht was, in feite zelfs beter en na de tactische verwikkelingen zelfs gewonnen. Zelfs in tijdnood leek ze de beste zetten te vinden en toen Th8 mat dreigde, dachten Hanne en ik dat de tegenstander zou opgeven, maar ze speelde eerst nog een schaak met haar paard en tot onze beider verbazing bood Daria haar hand aan. Eh… Daria, was dat geen vergissing? Nee, helaas… een zet over het hoofd gezien, de witte koningin op a7 kon Daria’s dame op f2 slaan, de eerste keer miste de Oostenrijkse dame de kans, de tweede keer miste ze de winnende zet niet.
Hanne zelf speelde weer solide. De strijd draaide om de geïsoleerde d5 pion. De druk kon worden opgevoerd, maar slaan op d5 betekende ook het verlies van de witte pion op b5 en dan had zwart de verste vrijpion… Remise. Een teamnederlaag, weliswaar te verwachten op basis van elo, maar de dames hebben ons al zo vaak positief verrast dat we ze zelfs dan nog tot wonderen in staat achten.
Philippe Vukojevic 23.09.2024 3
Het laatste verslag uit Boedapest, schaakstad bij uitstek, waar in de jaren negentig ook alle ogen op gericht waren omdat…
Lees meerPhilippe Vukojevic 22.09.2024
Lajos Portisch, die we gisteren in ons verslag voorstelden, mocht vandaag de eerste zet spelen op de Olympiade en hij…
Lees meerPhilippe Vukojevic 17.09.2024
Net zoals onze Olympische teams niet naar Boedapest reisden om de stad te bezoeken, was de jonge Maroczy (ja, die…
Lees meerPhilippe Vukojevic 16.09.2024 5
Vandaag heb ik tevergeefs gezocht naar het Café Wurm in Boedapest, de bakermat van het georganiseerde schaken in Hongarije, waar…
Lees meer